Wat moet je kunnen/kennen?
Je kunt met een model uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.
Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten.
Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is.
Je kunt stroomsterktes in parallelschakelingen berekenen.
Je kunt beredeneren hoe groot de stroomsterktes in een gemengde schakeling zijn. (extra stof)