Doet ie 't of doet ie 't niet.

• Communicatie
• HBO
• Studiejaar 4

Oriëntatie op leiderschap.

Wat komt er in je op als we het hebben over een teamleider?

Belangrijke elementen:

- Cirkel van invloed.

- Werken met mensen en organisaties.

- Veranderingen teweeg brengen.

- Verbinden.
- Duidelijke visie / weg. 

Valkuilen:

- We nemen het mee.

- We schrijven het op.

- Een ei over leggen.

- Kom ik op terug.

- Parkeren het even.

- Daar ga ik niet over.

- Daar kan ik geen uitspraken over doen.

- Moeten we nog een beslissing over nemen. 

- De neuzen dezelfde kant op.

- Moeten we samen doen.

- Verschillende disciplines bij elkaar.

- Moet wel een win-win situatie zijn.

- Transparantie is key. 

- Doen onderwijs.

- We moeten als team wel flexibel blijven.

-Win – win situatie.

- We zetten het in de actielijst.

- Dat is een probleem wat we moeten tackelen.

- Uitrollen van een nieuw model.

- Wat er uit komt koppelen we terug.

- Het is nogal wollig omschreven.

- Implementeren.

- Kan nog wel wat ontwikkeling in zitten, kunnen we nog wat mee spelen.

- Welke valkuilen komen wij tegen.

- Ik wil zichtbaar zijn op de werkvloer.

- Mijn deur staat altijd open.

- Is het helder.

- We hebben het in een schema proberen weer te geven om het eea te kunnen borgen.

- Goed om even met elkaar af te stemmen.

- Ik wil het graag kort houden.

- Zoals jullie al vaak gehoord hebben.

- We leggen het op de stapel. 

En:

- Toegankelijk.

- Zichtbaar.

- Transparant.

- Zegt wat hij doet, doet wat hij zegt. 

- Geen dubbele agenda. 

Spanningsveld. 

Gaan - staan, wat er tussen?

Balans. 

- Thuis

- Hobby's

- Vakantie

Kan en wil ik dat?