Hoofdstuk 4 - Themales: ADL: Persoonlijke verzorging

bij de les
1 / 44
next
Slide 1: Slide
ZorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

bij de les

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma:
- Welkom heten
- Theorie Bespreken: Persoonlijke verzorging
- Vaardighedenlijst
- Test jezelf
- Vragen

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
• De leerling kan benoemen waarom de persoonlijke verzorging benoemd is in het zorgplan.
• De leerling kan de term persoonlijke verzorging uitleggen.
• De leerling kan tenminste 8 aandachtspunten noemen bij de persoonlijke verzorging.


Slide 4 - Slide

Persoonlijke verzorging
Inleiding

Slide 5 - Slide

 Inleiding
Persoonlijke verzorging = hygiënische verzorging
Dit is het verzorging van:
  • huid
  • slijmvliezen
  • haren
  • nagels
  • uiterlijke verzorging
  • mondhygiëne

Slide 6 - Slide

Belangrijk voor:
  • Een goede gezondheid
  • De invloed op andere mensen
  • Het gevoel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Persoonlijke verzorging
Aandachtspunten

Slide 10 - Slide

Aandachtspunten bij persoonlijke verzorging
Wie moet je meestaal helpen met verzorging
  • kinderen moet je vaak nog helpen 
  • volwassen met lichamelijk aandoening of beperking
  • ......

Slide 11 - Slide

aandachtspunten
  1. houd rekening met de wensen van de cliënt:
  • de ene cliënt houdt ervan gezicht te wassen met koud water en ander niet.
  • de ene gebruikt veel zeep andere niet

vraag dus wat de cliënt wenst.
 

Slide 12 - Slide

2. houdt rekening met de gewoonte van cliënt
  • Denk hierbij aan cultuur


Bijvoorbeeld in sommige culturen vinden ze toiletpapier onhygiënisch. dus na toiletbezoek de billen wassen met water.

Slide 13 - Slide

3. Ga na welke hulp nodig is
Lees het zorgplan. Daarin staat welke hulp een cliënt nodig heeft
De rol van een eventuele mantelzorger staat er ook in



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

4. houdt rekening met privacy
 Niet onnodig bloot liggen
  • de deur dicht
  • gordijn dicht
  • dek het lichaamsdeel wat je niet verzorgt
  • kleed de cliënt alvast met gedeelte die al verzorgd is

Slide 16 - Slide

5. werk volgens een plan
Planmatig werken= methodisch werken
  • alle spullen klaar zetten
  • voorkom dat je cliënt alleen moet laten
  • zorg dat je binnen de tijd kan werken

Slide 17 - Slide

6. stimuleer datgene wat de client kan
Zelfredzaamheid stimuleren
Hoe meer client zelf blijft doen hoe beter
Het lichaam blijft in beweging
Dit is goed voor de spieren en botten

Slide 18 - Slide

7. observeer de huid
Let op verkleurde plekjes of wondjes
Zorg dat hij/zij zich niet bekeken voelt
Communiceer altijd met de cliënt

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

9. was je handen
Een cliënt mag niet via jou een infectie oplopen

Slide 21 - Slide

10. let op veiligheid
Temperatuur van water
Ergonomisch werken
Veilige omgeving

Slide 22 - Slide

11. werk milieu bewust en kostenbewust
Gebruik wat je nodig heb en niet meer en niet minder

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Persoonlijke verzorging
Vaardighedenlijst

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Persoonlijke verzorging
Test jezelf

Slide 32 - Slide

Aan- en uitkleden:
Als een jas aandoet bij een zorgvrager met een pijnlijke arm
A
Start je met de kant waar iemand pijn heeft
B
Start je met de kant waar iemand geen pijn heeft

Slide 33 - Quiz

Wat is het poetsadvies?
A
2 x per dag 2 minuten
B
1 x per dag 5 minuten
C
2 x per dag 5 minuten
D
3 x per dag 2 minuten

Slide 34 - Quiz

Je mag de nagels van een zorgvrager met diabetes niet verzorgen omdat
A
De zorgvrager een hypo kan krijgen
B
De zorgvrager minder gevoel heeft in handen en voeten
C
De zorgvrager een hyper kan krijgen
D
De zorgvrager kan gaan beven

Slide 35 - Quiz

Waaraan is een tandvleesontsteking te herkennen?
A
Licht roze tandvlees
B
Bloeding bij poetsen
C
Tandvlees ligt strak om te tanden en/of kiezen
D
Witte plekjes in de mond

Slide 36 - Quiz

Welke plek in de mond is het belangrijkste om te poetsen?
A
De bovenkant van de tanden en kiezen
B
De buitenkant van de tanden en kiezen
C
De binnenkant van de tanden en kiezen
D
De tandvleesranden rondom de tanden en kiezen

Slide 37 - Quiz

Op welk moment van de dag is het het belangrijkst om je tanden te poetsen?
A
Maakt niet uit
B
's ochtends
C
's middags
D
's avonds

Slide 38 - Quiz

Wat is beter?

A
Twee keer vluchtig poetsen
B
Eén keer heel grondig poetsen

Slide 39 - Quiz

Welke aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door een slechte mondgezondheid?
A
Diabetes
B
Dementie
C
Longontsteking

Slide 40 - Quiz

Het blijvende gebit komt bij kinderen rond welke leeftijd door?
A
2 jaar
B
8 jaar
C
10 jaar
D
5 jaar

Slide 41 - Quiz

Bij kinderen moet je tot welke leeftijd napoetsen?
A
5 jaar
B
10 jaar
C
7 jaar

Slide 42 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met persoonlijke hygiëne?
A
Verzorging van lichaam en kleding
B
Verzorging van werkplek en werkomgeving
C
Rekening houden met collega's
D
Verzorging van grondstoffen en producten

Slide 43 - Quiz

Afsluiting
Vragen?

Slide 44 - Slide