H8.2 Zuren in water

H8.2 Zuren in water
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H8.2 Zuren in water

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling H8.1

Maak opdracht 1 van de afsluiting Hoofdstuk 8

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen H8.2
Je kunt na afloop van de les:
  • uitleggen wat het verschil is tussen een sterk en een zwak zuur;
  • de reactie van een sterk zuur met water weergeven in een reactievergelijking;
  • de reactie van een zwak zuur met water weergeven in een reactievergelijking;
  • de notaties geven voor oplossingen van sterke en zwakke zuren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben deze zuren gemeenschappelijk?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat hebben deze zuren gemeenschappelijk?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waterstofchloride 

  • Een zuur is een deeltje dat een H+ kan afstaan
  • Een zure oplossing is een oplossing waar H+ (=H3O+) ionen in opgelost zijn: [H3O+] > [OH-].
  • Een H3O+ ion wordt een oxoniumion genoemd



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Alle zure oplossingen:
  • Hebben een zure smaak
  • Beinvloeden de kleur van zuur-base-indicatoren
  • Geleiden elektrische stroom
  • Hebben een pH-waarde die kleiner is dan 7

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

(Sterke) zuren in water
Wanneer zuren opgelost worden in water, vallen ze uiteen in ionen, terwijl zuren moleculaire stoffen zijn!!
Ze vallen dan uiteen in H+ en het zuurrest-ion:
                        HCl --> H+ + Cl-
                        H2SO4 --> 2H+ + SO42-
Hoe meer H+, hoe zuurder!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

PHET-colorado opdracht

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kies een sterk zuur en kijk naar de geleidbaarheid, verdubbel nu de concentratie, wat valt je op ?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie PHET
1. Wat gebeurt er met een zuur met het molecuul in een wateroplossing?

2. Wat is er anders aan wat er gebeurt met een zwak zuurmolecuul en wat er gebeurt met een sterk zuurmolecuul?

3. Als je de concentratie van een zuur verhoogt, welke veranderingen in beide soorten zuren?



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sterke en zwakke zuren
Sterk zuur
Zwak zuur
Zeer zwak of geen zuur

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Sterke en zwakke zuren

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zuren Binas Tabel 49

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Sterke zuren: alle zuurmoleculen 'ioniseren' (worden H+ (=H3O+).

Zwakke zuren: een klein deel van de zuurmoleculen ioniseert. 
  • sterk: zoutzuur, salpeterzuur, zwavelzuur. 
  • zwak: fosforzuur, koolzuur, azijn

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Sterke zuren
Sterk zuur (aflopende reactie)




Algemene zuur ionisatiereactie:

 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Zwakke zuren
Zwak zuur (evenwichtsreactie)




Algemene zwak zuur ionisatiereactie:

 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Geleidbaarheid

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

FT H8.1 - H8.2

heb je paragraaf 8.1 en 8.2 goed begrepen?

Maak de volgende opgaven in LessonUp

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Azijn is een oplossing van azijnzuur in water. Joke verdunt in een erlenmeyer wat azijn met water. Geef de oplosvergelijking.

Leg uit of [H+] in de vloeistof in de erlenmeyer door het verdunnen groter of kleiner wordt of gelijk blijft.

Slide 22 - Open question

Door verdunnen wordt de oplossing minder zuur. De [H+] wordt dus kleiner.
Azijn is een oplossing van azijnzuur in water. Joke verdunt in een erlenmeyer wat azijn met water.
Leg uit wat er met de pH van de vloeistof gebeurt bij verdunnen.

Slide 23 - Open question

De [H+] wordt kleiner. De pH wordt dus groter.
Joke gaat nu de pH van de verdunde azijn bepalen. Ze doet in twee reageerbuizen wat verdunde azijn. Vervolgens doet zij in de ene reageerbuis een druppel van de indicator methyloranje, in de andere een druppel van de indicator broomkresolgroen. In de buis met methyloranje kleurt de oplossing oranjegeel. In de buis met broomkresolgroen kleurt de oplossing groen.

Leg uit tussen welke waarden de pH van de verdunde azijn ligt.

Slide 24 - Open question

Zie Binas tabel 52 A.

Als methyloranje oranjegeel kleurt, geldt: pH > 4,4.

Als broomkresolgroen groen kleurt, geldt: 3,8 < pH < 5,4.

De pH ligt dus tussen 4,4 en 5,4.
Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Lees HS8.2 (blz. 13-15)
Maak de vragen 8 t/m 16 (blz. 16-18)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie Leerdoelen H8.2
Je kunt na afloop van de les:
  • uitleggen wat het verschil is tussen een sterk en een zwak zuur;
  • de reactie van een sterk zuur met water weergeven in een reactievergelijking;
  • de reactie van een zwak zuur met water weergeven in een reactievergelijking;
  • de notaties geven voor oplossingen van sterke en zwakke zuren.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions