Paragraaf 2.3 en 2.4

Welkom bij aardrijkskunde
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom bij aardrijkskunde

Slide 1 - Slide

Je bent stil tot..
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
Wat moet je doen?
De stilteopdracht over paragraaf 2.3 maken
Hoe moet je dat doen?
Ga op It's learning naar N1EF-ak-22-23. Klik op bronnen en kies voor de map stilteopdrachten. Maak de Lessonup die daar staat.
Hulp
Geen - als je een vraag niet begrijpt, 
sla je de vraag over. 
Tijd
10minuten
Klaar
Pak je werkboek op blz. 34 en maak opdracht 7 in je werkboek. 
Ga daarna naar de online leeromgeving en maak daar opdracht 1, 5, 6 en 8
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Ik kan gemakkelijk van mijn huis naar de bioscoop in de stad gaan
Ja
Nee

Slide 6 - Poll

Als ik buiten mijn huis wat ga doen (recreatie) dan ga ik naar:

Slide 7 - Open question

Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
timer
15:00
Wat moet je doen?
De opdrachten van paragraaf 2.3 in het werkboek maken. 
Hoe moet je dat doen?
Ga in je werkboek naar blz. 34 en maak opdracht 7.
Hulp
Als je het niet begrijpt, vraag je het eerst aan je buurman of buurvrouw. Daarna aan de docent.
Tijd
25 minuten
Klaar
Lezen paragraaf 2.3 
Maak online opdracht 1, 5, 6 en 8

Lezen paragraaf 2.4
Maken in het werkboek blz. 37 opdracht 5 + 6

Slide 8 - Slide

1. Het aantal mensen verandert
Het aantal mensen dat in een gebied woont, verandert door vier factoren, namelijk: 
  1. geboorte 
  2. sterfte
  3. immigratie
  4. emigratie

Slide 9 - Slide

1. Geboorte zorgt ervoor dat er meer mensen erbij komen. 
  1. Geboortecijfer = het aantal geboren baby's in een jaar per duizend inwoners.

Slide 10 - Slide

   2. De sterfte zorgt ervoor dat de bevolking kleiner wordt.

Sterftecijfer = geeft het aantal overleden personen in een gebied per jaar, per duizend inwoners weer.
             
            De geboorte - de sterfte = de natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 11 - Slide

   3. Mensen die zich in een land vestigen (immigranten). 

Slide 12 - Slide

.
.

geboortecijfer          8                     -                               sterftecijfer    3  =
                                      natuurlijke bevolkingsgroei

Slide 13 - Slide

   4. Emigranten gaan weg uit een land, zij vertrekken.
- Het verschil tussen emigratie of immigratie bepaalt of de bevolking groeit of krimpt. 
- Als er meer immigranten zijn dan emigranten, is er een vestigingsoverschot.
- Als er meer emigranten zijn dan immigranten, is een
vertrekoverschot.

             De immigratie - emigratie = sociale bevolkingsgroei.

Slide 14 - Slide

Vestigingsoverschot:
Er komen meer mensen naar een gebied dan dat er weggaan.
Vertekoverschot:
Er gaan meer mensen weg uit een gebied dan dat er in komen.
sociale bevolkingsgroei

Slide 15 - Slide

Beschrijf in je eigen woorden wat het verschil is tussen natuurlijke- en sociale bevolkingsgroei
timer
2:00

Slide 16 - Open question

Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Wat ga je zo doen?
Doen
Dit leer je nu
timer
15:00
Wat moet je doen?
De opdrachten van paragraaf 2.3 afmaken.
Hoe moet je dat doen?
Ga in je werkboek naar blz. 34 en maak opdracht 7.
Hulp
Als je het niet begrijpt, vraag je het eerst aan je buurman of buurvrouw. Daarna aan de docent.
Tijd
15 minuten
Klaar
Lezen paragraaf 2.3 
Maak online opdracht 1, 5, 6 en 8

Lezen paragraaf 2.4
Maken opdracht 1 t/m 3 (abc) online

Slide 17 - Slide