2.1 De pruikentijd / 2.2 Revolutie in Frankrijk

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 

Pruiken en revoluties

18e eeuw (1700-1799)

Wat hebben we al besproken?

2.1 De pruikentijd

2.2 Revolutie in Frankrijk blz. 31

Wie droegen een pruik?

1. Bedelaars
2. Mannen van adel en hogere burgerij
3. Geestelijken
4. Boeren

1e stand

2e stand

3e stand

Geestelijkheid

Voorrecht: geen

Adel

Voorrecht: geen belasting betalen

Burgers, arbeiders en boeren

Voorrecht: geen/weinig belasting. Inkomsten vanuit grondbezit.

Tijdens de Verlichting werd het gebruik van je verstand steeds belangrijker.

1. Waar
2. Niet waar

Gelijke rechten door verlichting

• Standenmaatschappij = onvrij en ongelijk
• Er moesten mensenrechten komen voor iedereen.
• Grondwet: hoe je een land moest regeren en de mensenrechten.
• Mensenrechten in de grondwet noemen we grondrechten.
• Staat waarin iedereen (ook de overheid) zich houdt aan de wet = rechtsstaat.

2.2 Revolutie in Frankrijk

Franse Revolutie (1789)

• 3e stand boos over belasting + voorrechten geestelijkheid en adel.
• Franse Staten-Generaal bijeengeroepen vanwege hoge staatsschuld. De standen werden het niet eens.
• Nationale Vergadering -> grondwet.
• 14 juli 1789 bestorming van de Bastille.

Van koninkrijk tot republiek

• 1791 eerste grondwet -> Frankrijk werd een constitutionele monarchie.
• Gekozen parlement + koning moest zich ook aan de wet houden.

Van koninkrijk tot republiek

• 1792 Oostenrijk en Pruisen verklaren Frankrijk de oorlog.
• Lodewijk XVI gevangen gezet.
• Nieuwe parlement -> alle mannen hadden kiesrecht.
• Monarchie afgeschaft
• 1793 Lodewijk XVI guillotine

Maken