Leestaak H2.3

Welkom klas 1
Start met het nakijken van jouw huiswerk:
H3.3 opdracht 2, 4, 5, 6
inleveren: flyer
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom klas 1
Start met het nakijken van jouw huiswerk:
H3.3 opdracht 2, 4, 5, 6
inleveren: flyer

Slide 1 - Slide

huiswerk nakijken
Hoe kijk je na?
  1. Werk geconcentreerd en in stilte.
  2. Vergelijk je eigen antwoord met het nakijkboekje.
  3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
  4. Snap je het niet? Vragen!
  5. Werk laten controleren door de docent.

Slide 2 - Slide

Schrijf een verhaaltje
Als ik 's ochtends wakker wordt dan...
Wat doe je allemaal voordat je op school aankomt?



Slide 3 - Slide

Lees jouw verhaaltje
Als ik 's ochtends wakker wordt dan...
Markeer signaalwoorden van opsomming.
Als eerste, bovendien, en, verder, daarnaast, vervolgens, ook, ten eerste, ten tweede, ten slotte, als laatste. 



Slide 4 - Slide

Schrijf een verhaaltje
Als ik 's ochtends wakker wordt dan...
Gebruik de signaalwoorden van opsomming:
Als eerste, bovendien, en, verder, daarnaast, vervolgens, ook, ten eerste, ten tweede
ten slotte, als laatste



Slide 5 - Slide

Aantekeningen
Pak je harde kaftschrift en een pen

Slide 6 - Slide

Wat is een signaalwoord?
  • Een signaalwoord is een verbindingswoord. Het verbindt zinnen, delen van een zin of alinea's met elkaar.
  • Ze laten zien wat woorden, zinnen of alinea's met elkaar te maken hebben = het verband


Slide 7 - Slide

signaalwoorden - opsomming
Vb. Eerst lazen we de uitleg, daarna maakten we de opdrachten en vervolgens sloten we het hoofdstuk af met een toets.
  

Aan de woorden "eerst, daarna en vervolgens" zie je dat je met een opsomming bezig bent.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Verkennend lezen
nauwkeurig lezen,
zoekend lezen,
onderwerp van de tekst, deeltitel/tussenkopje, 
feit, mening,

doel van een alinea: samenvatten /
extra info geven/ 
eigen mening geven
timer
1:00

Slide 10 - Slide

H2.3 - lezen

feit
Is echt of werkelijk gebeurd.
Kan je meestal controleren.
 
mening
Wat iemand ergens van vindt of over denkt.
Iedereen kan een andere mening hebben.
Andere woorden voor mening zijn: standpunt, oordeel, opinie en opvatting.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Verkennend lezen
  • lees de titel en tussenkopjes (deeltitels)
  • lees de 1e en laatste alinea
  • lees de woorden die opvallen
  • bekijk de plaatjes
  • lees de bron

Slide 13 - Slide

Zoekend lezen
 Je zoekt in een tekst het antwoord op een vraag. Je leest niet de hele tekst.

Slide 14 - Slide

Nauwkeurig lezen
Om precies te weten wat er in een tekst staat, lees je hem nauwkeurig. Je leest de tekst met aandacht, zin voor zin.

Slide 15 - Slide

Leestaak blz. 120 - H2.3
Opdracht 17
opdracht 18: lees tekst 4 verkennend en vragen maken
opdracht 19: lees tekst 4 nauwkeurig en vragen maken

opdracht 20 t/m 24
let op: opdracht 21* Als laatste maken!

Slide 16 - Slide

Klaar?
Laat je werk controleren.
Zelf nakijken met een andere kleur.
Maak de woordzoeker.

Slide 17 - Slide

Welkom klas 1
Start met het nakijken van jouw (huis)werk:
H2.3 opdracht 17 t/m 24
inleveren: flyer / klaar? woordzoeker

Slide 18 - Slide

Welkom klas 1D
Huiswerkcontrole en nakijken
Leestaak H2

spullen klaarleggen
(leesboek, agenda, etui)


Slide 19 - Slide

Leestaak blz. 120 - H2.3
Opdracht 17
opdracht 18: lees tekst 4 verkennend en vragen maken
opdracht 19: lees tekst 4 nauwkeurig en vragen maken

opdracht 20 t/m 24

Slide 20 - Slide

huiswerk nakijken
Hoe kijk je na?
  1. Werk geconcentreerd en in stilte.
  2. Vergelijk je eigen antwoord met het nakijkboekje.
  3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
  4. Snap je het niet? Vragen!
  5. Werk laten controleren door de docent.

Slide 21 - Slide

tien woorden

Slide 22 - Slide

Dictee
Wat is de moeilijkheid?
Sla na ieder woord een regel over.

Slide 23 - Slide

Dictee nakijken
Hoe kijk je na?
  1. Werk geconcentreerd en in stilte.
  2. Vergelijk je eigen antwoord met het bord.
  3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
  4. Woord overschrijven.
  5. Snap je het niet? Vragen!
  6. Dictee inleveren.

Slide 24 - Slide

Dictee
waterpeil
leiden
mijden

sein

weide

rijzen

Slide 25 - Slide

Dictee
bereid

reiken

eis

lijden

Slide 26 - Slide

Huiswerk
dinsdag 30-1
SO Lezen
H2.3
Leren: leertekst H2.3 en aantekeningen

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link