Basisgrammatica Nt2 voorzetsels

Grammatica
Je leert wat een voorzetsel is.
Je leert hoe je voorzetsels gebruikt in een zin.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica
Je leert wat een voorzetsel is.
Je leert hoe je voorzetsels gebruikt in een zin.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video


Plaats


Voor het raam
op de tafel
bij de deur
aan de muur
in de kamer
achter het raam
tussen de bank en de tafel
naast de bank
tegen de muur
boven de tafel
onder de tafel
om de tafel

Slide 3 - Slide

Tijd

Tot 8 uur
op donderdag middag
om  5 uur
l

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

spelletje



Voor het raam
op de tafel
bij de deur

Slide 6 - Slide




aan de muur
in de kamer
achter het raam


Slide 7 - Slide



tussen de bank en de tafel
naast de bank
tegen de muur

Slide 8 - Slide




om de stoel lopen
onder de bank
boven de tafel

Slide 9 - Slide

Ik fiets op de straat.
voorzetsel =
A
ik
B
fiets
C
op
D
straat

Slide 10 - Quiz

De jongen stapt in de bus.
A
jongen
B
stapt
C
in
D
bus

Slide 11 - Quiz

Het meisje staat in de rij bij de kassa.
A
meisje
B
in
C
bij, kassa
D
in, bij

Slide 12 - Quiz

Wat is NIET een voorzetsel?
A
in
B
boek
C
achter
D
naar

Slide 13 - Quiz

Wat is NIET een voorzetsel?
A
in
B
vaak
C
achter
D
naar

Slide 14 - Quiz

Welk voorzetsel moet in de zin?
De training begint ....... 19.00.
A
in
B
bij
C
op
D
om

Slide 15 - Quiz

Welk voorzetsel?
Morgen komt mijn vriendin .... mij eten.
A
bij
B
voor
C
in
D
naar

Slide 16 - Quiz

Welk voorzetsel?
...... november komt de maand december.
A
voor
B
naar
C
na
D
naast

Slide 17 - Quiz

Welk voorzetsel?
Hij geeft een taart .... zijn moeder.
A
naar
B
aan
C
bij
D
voor

Slide 18 - Quiz

Welk voorzetsel?
De juf schrijft ..... een rode pen.

Slide 19 - Open question

Welk voorzetsel?
De oefening staat ..... bladzijde 16.

Slide 20 - Open question

Welk voorzetsel?
Wanneer ga jij ....... huis?

Slide 21 - Open question

Maak nu:

Alle oefeningen op werkblad


Slide 22 - Slide