Controleer of je alles heb gemaakt tot en met hoofdstuk 6.
Planning:
Uitleg hoofdstuk 7
Opdrachten hoofdstuk 7
Praktijkopdrachten:
- Ademhaling controleren
- Stabiele zijligging
- Hoe help je iemand van een bed/stoel
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4
This lesson contains 26 slides, with text slides.
Items in this lesson
Hoofdstuk 7
Eerste hulp bij ongelukken
Startopdracht:
Controleer of je alles heb gemaakt tot en met hoofdstuk 6.
Planning:
Uitleg hoofdstuk 7
Opdrachten hoofdstuk 7
Praktijkopdrachten:
- Ademhaling controleren
- Stabiele zijligging
- Hoe help je iemand van een bed/stoel
Slide 1 - Slide
Doelstellingen van de vorige lessen:
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
wat vellig werken inhoudt;
wat ergonomisch werken is;
hoe je contact maakt met de zorgvrager;
welke tiltechnieken en hulpmiddelen je gebruikt bij de verzorging.
Slide 2 - Slide
Doelstellingen
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
hoe je risico op een ongeval zoveel mogelijk kunt voorkomen;
wat EHBO betekent;
wat de uitgangspunten van EHBO zijn;
wat bedoeld wordt met de
ABCDE-methode.
Slide 3 - Slide
Lees de inleiding (blz. 135)
Slide 4 - Slide
Inleiding
Eerste hulp = EHBO =
De hulp die je geeft totdat deze wordt overgenomen door een professionele zorgverlener.
Voorbeelden van professionele hulpverlening:
Ambulance
Politie
Brandweer
Slide 5 - Slide
Voorkomen van risico’s
Jij let op risico’s om ongelukken te voorkomen.
Risico = de kans op schade, verlies of letsel. Voorbeelden zijn:
Verstikkingsgevaar
Verdrinkingsgevaar
Valgevaar
Brandgevaar
Slide 6 - Slide
Algemene uitgangspunten eerste hulp
Let op gevaar
Stel het slachtoffer gerust
Bescherm of verplaatsen het slachtoffer
Bel 112
Zorg voor een goede overdracht
Slide 7 - Slide
Let op gevaar
Bekijk of je zelf geen gevaar loopt
Bij gevaar bel je meteen 112
Zorg dat omstanders geen gevaar lopen
Verkeersongeval op een drukke, gevaarlijke weg
Slide 8 - Slide
Geruststellen
Stel het slachtoffer gerust door:
kalm en vriendelijk te zijn;
begrip te hebben voor angst en boosheid;
naast het slachtoffer te knielen;
oogcontact te maken met het slachtoffer;
te vertellen wie je bent en wat je gaat doen.
Slide 9 - Slide
Bescherming of verplaatsen
Verplaats het slachtoffer alleen bij gevaar.
Door verplaatsen kan letsel erger worden.
Bescherm slachtoffer tegen felle zon of tegen wind of regen.
Oververhitting = de lichaamstemperatuur van het slachtoffer stijgt boven de 40°C stijgt. (bij kinderen is dit hoger dan 38˚C)
Onderkoeling = de lichaamstemperatuur van het slachtoffer daalt onder de 35°C.
Slide 10 - Slide
Bescherming of verplaatsen
Verplaatsen met de Rautekgreep =
Een noodvervoersgreep om het slachtoffer
naar een veilige plek op korte afstand te verplaatsen.
Slide 11 - Slide
112 bellen
Bij dringend medische hulp nodig
Laat iemand anders bellen naar de alarmcentrale en begin direct met EHBO
Ben je alleen, bel 112 en zet telefoon op speaker
Volg de instructies van de centralist
Meldkamer 112
Slide 12 - Slide
Overdracht
Blijf eerste hulp uitvoeren totdat professionele hulp het overneemt
Geef antwoord op de vragen, zoals:
Wat mankeert het slachtoffer volgens?
Welke eerste hulp jij al hebt verleend;
Heb je het slachtoffer verplaatst?
Is er een verandering in de ademhaling geweest?
Heeft het slachtoffer moeten braken?
Heeft het slachtoffer veel bloed verloren?
Slide 13 - Slide
ABCDE-methode
Airway: beoordeel of de luchtweg vrij is of je maakt deze vrij.
Breathing: kijk, luister en voel of er een ademhaling is.
Circulation: controleer of het slachtoffer geen ernstige bloeding heeft.
Disabilities: beoordeel of er stoornissen zijn in het bewustzijn.
Exposure: beoordeel het slachtoffer van top tot teen of er ander letsel is.
Slide 14 - Slide
Beoordelen van het bewustzijn
Direct levensgevaar – als het slachtoffer buiten bewustzijn is. Het slachtoffer:
reageert niet op aanspreken of aanraken;
voelt slap;
zit onderuit gezakt of ligt op de grond
Direct levensgevaar –
als het slachtoffer niet meer ademt. EHBO:
Ademhaling controleren:
Controleer of het slachtoffer reageert door aan de schouders te schudden en te vragen ‘gaat het?’
Ga op je knieën zitten, naast het slachtoffer op de hoogte van de borstkas.
Leg één hand op het voorhoofd van het slachtoffer. Kantel het hoofd achterover. Til met twee vingertoppen van je andere hand de kin van het slachtoffer omhoog.
Til de kin omhoog om de luchtweg te openen
Slide 15 - Slide
Stabiele zijligging
Als het slachtoffer buiten bewustzijn is maar wel ademt, leg hem dan in de stabiele zijligging:
Leg het slachtoffer op de juiste manier op een zij, zodat ze niet meer kan terugrollen.
Kantel het hoofd naar achteren met de mond naar de grond gericht, zodat de luchtweg wordt vrij gehouden.
Slide 16 - Slide
Controle over bloedcirculatie
Bloedcirculatie of bloedsomloop betekent de stroming van het bloed in het lichaam via de bloedvaten.
Wat moet je doen als iemand ernstige bloedverlies heeft:
Zorg dat het bloedverlies zo snel mogelijk stopt. Je voorkomt daarmee dat
het slachtoffer doodbloedt.
Zorg dat er direct professionele hulp snel op gang komt. Je belt direct 112.
Slide 17 - Slide
Controleer op ander letsel
Na controle van het bewustzijn, ademhaling of ernstige wond, dan kijk je naar ander letsel.