Overeenkomst en verwantschap

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Vandaag

Opdracht verschillende ordeningsniveau's

Uitleg over soorten en verwantschap, paragraaf 3.2 (bladzijde 176)

Opdrachten maken paragraaf 3.2

Opdracht ordeningsniveau's

Ga naar de wikipedia pagina van de kat

Zoek op in welke groepen de kat is ingedeeld

(Hoofdgroep, rijk, stam, klasse, orde, familie, geslacht en soort)

Benoem van elke groep wat de kenmerken zijn van die groep

Schrijf je bevindingen op een blaadje/word document op.

Wat gaan we leren?

We gaan leren:

Wanneer 2 dieren tot één soort behoren. 

Wat het verschil is tussen rassen en soorten.

Hoe overeenkomsten voor de indeling van organismen zorgt. 

Soorten

We delen alle organismen in, en komen uiteindelijk uit bij één soort. 

Op welke niveaus delen we alle organismen in?

Maar wanneer kan je van een soort spreken?

Zijn de volgende organismen dezelfde soort?

Zijn kerstboom en eikenboom dezelfde soort?

1. Ja
2. Nee

Neushoorn en kangeroe?

1. Ja
2. Nee

Paard en ezel?

1. Ja
2. Nee

Bulldog en labrador?

1. Ja
2. Nee

Soorten

Je spreekt van een soort wanner twee dieren kunnen paren en VRUCHTBARE nakomelingen kunnen krijgen.

Een soort kan wel uit bepaalde rassen bestaan. 

 

Evolutie

Binnen een soort zijn ook veel verschillen

Haarkleur, oogkleur, lengte en gedrag.

Sommige eigenschappen passen beter bij de omgeving dan andere eigenschappen, dit noem je selectie.

Als dit heel erg is, gaan bepaalde eigenschappen weg en blijven de andere eigenschappen, waardoor zelf soorten komen en gaan. Dit verschijnsel noem je evolutie. 

Stamboom

Doormiddel van (DNA) onderzoek word gekeken naar hoe verwant dieren met elkaar zijn. Al deze gegevens kun je verwerken in een stamboom. Een afsplitsing geeft de laatste gemeenschappelijk voorouder weer (dieren die dus nu allemaal bestaan zijn niet uit elkaar ontstaan).

De soorten met de minste afsplitsingen met elkaar, hebben de meeste overeenkomsten, en zijn dus het meest verwant aan elkaar. 

Stamboom

Een nieuwe methode om dit te onderzoeken is DNA sequencing. Hiermee kijk je naar de volgorde van een organisme zijn DNA (A-T C-G), de DNA sequentie. Organisme waarbij die volgorde veel hetzelfde zijn, zijn dus ook meer aan elkaar verwant. 

Aan de slag!

Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 3.2, de samenvatting moet ook. De samenhang mag je maken als je eerder klaar bent.