Tandheelkunde Quiz

1. Welke eigenschappen heeft de brok van een tandsteen dieet?
A
Menthol en speciale enzymen.
B
Grote brok, grove structuur, speciale enzymen
C
Menthol en grote brok.
D
Menthol en grove structuur.
1 / 30
next
Slide 1: Quiz

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

1. Welke eigenschappen heeft de brok van een tandsteen dieet?
A
Menthol en speciale enzymen.
B
Grote brok, grove structuur, speciale enzymen
C
Menthol en grote brok.
D
Menthol en grove structuur.

Slide 1 - Quiz

2. Wat zouden we aan een eigenaar kunnen adviseren om het gebit ‘goed’ te houden?
A
Veel balspelletjes doen met uw hond.
B
Veel kippenbotjes voeren aan uw hond.
C
Tandenpoetsen.
D
Veel dentastix voeren aan uw hond.

Slide 2 - Quiz

3. Welk voer kunnen we adviseren na een gebitsbehandeling?
A
Tandsteendieet: Hills T/D
B
Tandsteendieet: Hills K/D
C
Aansterkdieet: Hills A/D
D
Gewichtsverminderingsdieet: Hills R/D

Slide 3 - Quiz

4. Waar moet je rekening mee houden als je de hond tandenpoetsen aanleert?
A
Bouw het tandenpoetsen langzaam op.
B
Poets altijd buiten de tanden van uw hond.
C
Gebruik Elmex Sensitieve tandpasta bij gevoelige honden.
D
Poets minimaal 3x per dag de tanden van uw hond.

Slide 4 - Quiz

5. Welke kenmerken heeft ongezond tandvlees?
A
Roze kleur.
B
Rode kleur, bloed snel.
C
Roze kleur, gaatjes in kiezen.
D
Pigment vorming op tandvlees.

Slide 5 - Quiz

6. Met welke letter begint de tandformule van de hoektand van een blijvend hondengebit?
A
C
B
P
C
M
D
I

Slide 6 - Quiz

7. Welke stelling over de tandformules is ONJUIST?
A
Het melkgebit en het blijvende gebit hebben dezelfde tandformules.
B
Het melkgebit en het blijvende gebit hebben verschillende tandformules.
C
Een hond heeft in de bovenkaak 2 molaren en in de onderkaak 3 molaren.
D
Het melkgebit van een hond bestaat uit 28 elementen.

Slide 7 - Quiz

8. Juist of onjuist? De wortel is bij een gezond gebit zichtbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

9. Juist of onjuist? De kroon is het gedeelte dat boven het tandvlees uitsteekt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

10. Juist of onjuist? Een tand heeft 1 wortel en een kies heeft 2 of 3 wortels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

11. Juist of onjuist? Het parodontium bevat de weefsels rondom het gebitselement die ervoor zorgen dat het element in de kaak verankerd is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

12. Juist of onjuist? Glazuur hersteld weer nadat het beschadigd is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

13. Juist of onjuist? Glazuur vormt de binnenlaag van de kroon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

14. Waarom is het belangrijk de diepte van de pocket te weten?
A
Een ondiepe pocket wijst op een ernstige ontsteking.
B
Een diepe pocket wijst op een ernstige ontsteking.
C
Een ondiepe pocket meet je bij een ongezond parodontium.
D
Een diepe pocket meet je bij een gezond parodontium.

Slide 14 - Quiz

15. Juist of onjuist? Wanneer het tandvlees ver is teruggetrokken komt de wortel bloot te liggen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

16. Welke van de onderstaande stellingen in juist?
A
Dolichocefale en mesocefale rassen hebben meer kans op het ontstaan van tandplaque en tandsteen.
B
Brachycefale en mesocefale rassen hebben meer kans op het ontstaan van tandplaque en tandsteen.
C
Dolichocefale en brachycefale rassen hebben meer kans op het ontstaan van tandplaque en tandsteen.
D
Brachycefale, medocefale en dolichocefale rassen hebben allemaal evenveel kans op het ontstaan van tandplaque en tandsteen.

Slide 16 - Quiz

17. Waarom is de schedelvorm van belang in de tandheelkunde?
A
Bij sommige schedelvormen komen geen gebitsproblemen voor.
B
Bij sommige schedelvormen is er altijd tandplaque en tandsteen aanwezig.
C
Bij sommige schedelvormen is er een verhoogde kans op het ontstaan van tandplaque en tandsteen

Slide 17 - Quiz

18. Wat is de Latijnse naam voor tandvleesontsteking?
A
Parodontitis
B
Urethritis.
C
Pancreatitis
D
Gingivitis

Slide 18 - Quiz

19. Op welke leeftijd heeft een hond een uitgewisseld blijvend gebit?
A
4-5 weken
B
4 – 12 weken.
C
4 – 7 maanden.
D
4-5 maanden.

Slide 19 - Quiz

20. Juist of onjuist? Molaren zijn nooit aanwezig in een melkgebit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

21. Juist of onjuist? Wanneer een hond dubbele hoektanden ontwikkelend noemen we dit ook wel persisterende hoektanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

22. Bij een pup komen de eerste tandjes door op een leeftijd van:
A
1-2 weken
B
2 weken
C
3-4 weken.
D
Bij de geboorte al aanwezig

Slide 22 - Quiz

23. Wanneer een hond of kat persisterende hoektanden heeft is het advies om de hoektanden te laten zitten omdat dit zichzelf wel hersteld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

24. Hoeveel hoektanden heeft een volwassen hond?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 24 - Quiz

25. Hoeveel snijtanden heeft een volwassen hond?
A
6
B
8
C
10
D
12

Slide 25 - Quiz

26. Juist of onjuist? De kiezen van een konijn kun je gemakkelijk zien als je de mond van een konijn opent.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

27. Juist of onjuist? Het verschil tussen konijnachtigen en knaagdieren is dat konijnen 2 stifttanden hebben en knaagdieren niet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

28. Juist of onjuist? Bij konijnen blijven de tanden en kiezen hun hele leven lang doorgroeien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

29. Welke voeding zou je aan een konijneneigenaar adviseren om het gebit gezond te houden?
A
Biks
B
Gemengd voer
C
Hooi en eventueel biks
D
Hooi een gemengd voer.

Slide 29 - Quiz

30. Juist of onjuist? Een abces onder het oog/op het wang van een dier kan een gevolg zijn van tandproblemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz