Thema 3 - Les 12

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Thema 3 - Les 12

Samenstellingen

Geef een voorbeeld van een kledingstuk dat een samenstelling is zoals:
overhemd.

Zwembroek
Wat zegt het 1e woord over het 2e woord?

Zwembroek

Wat zegt het 1e woord over het 2e woord?

Dat het een broek is om mee te gaan zwemmen.

Regenjas
Wat zegt het 1e woord over het 2e woord?

Fietspad
Wat zegt het 1e woord over het 2e woord?

De mensen voor de winkel kijken naar de:

etalagepop.

1. Een mens die op een pop lijk.
2. Een pop die in een etalage staat.

Schaken is een

denksport

1. Een sport waarbij je moet denken.
2. Een sport waarbij je moet schaken.

De mijnwerker is

roetzwart.

1. Zo zwart als roet.
2. Zo zwart als een mijn.

Bij korfbal heb je altijd een

tegenspeler.

1. Een speler waar je mee speelt.
2. Een speler waar je tegen speelt.