This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
6.4 Vruchten en Zaden
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Ik kan beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en hoe hierdoor vruchten en zaden ontstaan.
Ik kan de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven. Ik kan voorbeelden noemen van eetbaar vruchtvlees en eetbare zaden
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Gatentekst
Tijdens de ............................ worden stuifmeelkorrels naar de stempel gebracht. Deze maken dan de ................................. De stuifmeelkorrel kan dan naar het ........................ dat de eicel bevat. Als de eicel bevrucht is, ontwikkelen het .............................. en het ................................ tot vrucht. In de vrucht zitten zaden waar een ....................... uit kan groeien.
Slide 4 - Slide
Vruchten en zaden
Slide 5 - Slide
Peulvrucht
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Vruchtvlees
Het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Hoeveel eicellen worden in een (1) pruimenbloem bevrucht?
Slide 11 - Open question
Welk onderdeel van de bloem is het groene kroontje van de aardbei?
Slide 12 - Open question
Welk onderdeel van de plant is het steeltje van de appel?
A
Bloemkelk
B
Stengel
C
Meeldraden
D
Stamper
Slide 13 - Quiz
Eetbare vruchten
Appel
Kers
Meloen
Tomaat
Peul
Courgette
Eetbare zaden
Bonen
Erwten
Pompoenpitten
Zonnebloempitten
Pinda's
Linzen
Slide 14 - Slide
Aan de slag, werkboek blz. 183
Groen: Opdracht 1, 2, 4 en 5.
Oranje: Opdracht 1, 2, 6 en 7.
Blauw: Opdracht 5, 6, 7 en 8.
- Overleggen mag, op laag volume met buurvrouw of -man.
- Eerder klaar? Maak opdracht 3 (samenvatting).
Slide 15 - Slide
Samen nakijken
Slide 16 - Slide
Toetsweek
- Biologie voor jou Online -> Test jezelf BS 1 t/m 4
- Uitlegvideo's Biologie met Joost (classroom)
- Samenvattingen maken in werkboek (BS 1 t/m 4)
Slide 17 - Slide
Leerdoelen
Ik kan beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en hoe hierdoor vruchten en zaden ontstaan.
Ik kan de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven. Ik kan voorbeelden noemen van eetbaar vruchtvlees en eetbare zaden