Omzet=aantal stuks x de prijs
Afzet = aantal stuks
C
Omzet = prijs per product
Afzet = aantal x prijs
D
Omzet = aantal stuks x prijs
Afzet = prijs
Slide 5 - Quiz
Zijn onderstaande kosten variabele kosten of vaste kosten?
huur gebouw
A
variabele kosten
B
vaste kosten
Slide 6 - Quiz
Om uiteindelijk toch een flinke winst te maken, is het nodig dat Action een grote afzet heeft. Wat wordt er bedoeld met afzet?
A
Het aantal producten dat ingekocht wordt
B
het aantal producten dat verkocht wordt
C
het aantal verkochte producten x de kostprijs
D
het aantal verkochte producten x de verkoopprijs
Slide 7 - Quiz
Een ondernemer heeft 800 euro aan vaste kosten. De variabele kosten bedragen 5 euro per stuk. Hij produceert 20 stuks. Wat is de kostprijs per product?
A
5 euro
B
45 euro
C
100 euro
D
900 euro
Slide 8 - Quiz
Loonkosten zijn:
A
variabele kosten
B
vaste kosten
Slide 9 - Quiz
Waarom kunnen loonkosten vast en variabel zijn?
Slide 10 - Open question
Hoe komt het dat de kostprijs van een product daalt, als de totale productie toeneemt?
A
omdat de variabele kosten verdeeld worden over meer producten
B
omdat de vaste kosten
verdeeld worden over meer producten
C
omdat de arbeidsproductiviteit dan ook toeneemt
D
omdat de productiecapaciteit dan
ook toeneemt
Slide 11 - Quiz
Tot de vaste kosten van een bakkerij rekenen we...
A
de huur van het bedrijfspand.
B
de grondstofkosten.
C
de loonkosten.
D
geen van de voorbeelden.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
huiswerk paragraaf 2
Maken paragraaf 2.2 vraag 1 t/m 10 (4 niet)
klassikaal bespreken vraag 2,3,8
Slide 14 - Slide
leerdoelen paragraaf 3
Je kunt met behulp van een grafiek (of formules) van vraag en aanbod het evenwicht op een markt, een overschot of tekort aflezen (of bereken)
Je kunt met behulp van de vergelijkingen van de vraag- en aanbodlijn het evenwicht op een markt, een overschot of tekort berekenen
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
welke markt zag je?
abstract of concreet?
Wat is het verschil?
Slide 17 - Slide
abstracte markt
concrete markt
Slide 18 - Slide
abstracte markt
abstracte markt
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
www.npostart.nl
Slide 21 - Link
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Evenwichtsprijs
-> De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
Evenwichtshoeveelheid
-> Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
huiswerk voor vrijdag!
paragraaf 2.3 1 t/m 7
paragraaf 2.2 vraag 11
Slide 27 - Slide
huiswerk
paragraaf 2.3 1 t/m 7
paragraaf 2.2 vraag 11
nu klassikaal 2.3 vraag 5 en 7
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Overschot
Vraagoverschot
De vraag is groter dan het aanbod
De prijs gaat stijgen
Aanbodoverschot
Het aanbod is groter dan de vraag
De prijs gaat dalen
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Huiswerk
Maken paragraaf 2.3 vraag 7 t/m 11
Slide 33 - Slide
leerdoelen paragraaf 3
Je kunt met behulp van een grafiek (of formules) van vraag en aanbod het evenwicht op een markt, een overschot of tekort aflezen (of bereken)
Je kunt met behulp van de vergelijkingen van de vraag- en aanbodlijn het evenwicht op een markt, een overschot of tekort berekenen