This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Verliefd
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Vriendschap
Slide 3 - Mind map
Verliefd
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Video
Op wie kun je verliefd zijn of worden?
A
Op je papa of mama
B
Op je buurman of buurvrouw
C
Op een jongen of meisje uit je klas
D
Op een jongen of meisje uit de buurt
Slide 6 - Quiz
Wie kunnen verliefd op elkaar worden?
A
Een jongen op en een meisje
B
Een jongen op een andere jongen
C
Een meisje op een ander meisje
D
Een meisje op een jongen
Slide 7 - Quiz
Je kunt verliefd worden op je beste vriend of vriendin
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Wat doe je als jij verliefd bent op iemand maar hij of zij is niet verliefd op jou?
A
Je wordt boos op de ander
B
Je praat er met papa of mama over
C
Je gaat heel hard huilen
D
Je begint te lachen
Slide 9 - Quiz
Wat doe jij als iemand op jou verliefd is maar jij niet op hem of haar?
A
Je gaat de andere uitschelden
B
Je gaat de andere uitlachen
C
Je zegt rustig dat jij niet verliefd bent
D
Je wordt boos en begint te slaan
Slide 10 - Quiz
Hoe zeg je netjes en rustig dat je niet verliefd bent op iemand?
Slide 11 - Open question
Verliefd zijn
Als je verliefd bent wil je zoveel mogelijk bij de ander zijn. Als je dit ook laat zien aan anderen dan heb je verkering.
Je leert elkaar steeds beter kennen. Je wil bijvoorbeeld graag elkaars hand vasthouden.
Slide 12 - Slide
Verliefdheid/verkering
Als je ouder bent en je krijgt verkering ga je ook zoenen en/of tongzoenen.
Als je elkaar heel goed kent en je voelt je veilig en vertrouwd bij elkaar dan zou je ook met elkaar naar bed kunnen gaan. Hierbij is het belangrijk dat je dit allebei wil. Je gaat dan met elkaar naar bed, dit heet ook wel geslachtsgemeenschap of vrijen.