Vertel dat de eerste stappen spinnen en weven zijn: het katoen wordt eerst gesponnen tot dunnen draadjes, die vervolgens met een weefmachine tot een lap stof worden geweven. Laat vervolgens het filmpje zien.
schooltv.nl
Slide 3 - Link
Laat het filmpje zien van 5:37 tot 6.08
Veredelen
Wassen ⮕ Bleken ⮕ Verven ⮕ Bedrukken ⮕ Appreteren
Slide 4 - Slide
Vervolgens begint het veredelen van de stof. Dit bestaat uit verschillende stappen die verschillen per kledingstuk wat ervan wordt gemaakt. De stof wordt in ieder geval eerst gewassen, vervolgens gebleekt, geverfd en soms bedrukt. Daarna wordt de stof geappreteerd, wat betekend dat de kreukels eruit worden gehaald.
Confectioneren
Slide 5 - Slide
De laatste stap voordat het kledingstuk klaar is, gebeurt vaak met de hand. Dit proces heet het confectioneren. Binnen deze stap wordt de stof gesneden of geknipt in de juiste maten en worden de lappen stof aan elkaar genaaid en afgewerkt tot een mooi kledingstuk met nette naadjes.
timer
5:00
Slide 6 - Slide
Vertel de leerlingen dat ze zelf de laatste stap, het confectioneren, gaan uitvoeren.
Op het bord staat de opdracht van de sweatshop. Eerst krijgen de leerlingen de opdracht om zelf zoveel mogelijk T-shirts van papier te maken volgens het stappenplan, in 5 minuten.
Laat iemand de linialen en scharen uitdelen en leg bij elk groepje een stapeltje a4’tjes neer. Laat de leerlingen zelf een potlood pakken. Per groepje leg je ook een geprinte versie neer van het werkblad die op het bord staat, mochten ze het niet kunnen lezen. Geef aan dat de opdracht individueel is en loop de stappen kort door. Vertel dat als de timer gaat alle handen leeg moeten en in de lucht.
Zet de leerlingen dan aan de slag en zet de timer aan.
Zodra de timer af gaat steekt iedereen zoals aangegeven zijn handen in de lucht. Vervolgens tellen de leerlingen hoeveel T-shirts ze gemaakt hebben. Bespreek dit kort.
timer
10:00
Slide 7 - Slide
Vertel aan de leerlingen dat wat ze net hebben gedaan in het echt door allemaal mensen tegelijk wordt uitgevoerd in losse stapjes. Dit gaan ze nu ook zelf ervaren. De klas is verdeeld in drie groepjes van zeven leerlingen en elke leerling krijgt een eigen taak die omschreven staat op het werkblad. Geef de leerlingen 1 minuut de tijd om de rollen te verdelen en zo ook in de juiste volgorde te gaan zitten. Vertel vervolgens dat ze tien minuten de tijd krijgen om zoveel mogelijk T-shirts te maken. Geef een leerling de beurt en vraag hoeveel T-shirts hij/zij in zijn eentje zou kunnen maken in tien minuten (bijvoorbeeld net twee in 5 min, dus in 1- min zouden het er 4 zijn). Vertel dat we gaan zien hoe het gaat als je een taakverdeling gebruikt en werkt zoals in een sweatshop. Vraag of iedereen er klaar voor is, tel af en start de tijd.
Zodra de timer af gaat steekt iedereen zoals aangegeven zijn handen in de lucht. Vervolgens tellen de leerlingen hoeveel T-shirts ze met hun groepje gemaakt hebben. Kijk wie de welk groepje de meeste T-shirts heeft gemaakt en vraag wat er wel en niet goed ging.
Bespreek vervolgens dat er (als het goed is) meer T-shirts zijn gemaakt in de groepjes dan individueel. Het idee van de sweatshop is dat de leerlingen zien dat je door middel van een taakverdeling sneller te werk gaat en je dus meer T-shirts kan maken. Dit is dus een groot voordeel.
Vraag vervolgens wat een nadeel zou zijn van de sweatshop de leerlingen ervaren dat het vaak saaier is om de hele tijd dezelfde stap uit te voeren in plaats van het hele product zelf te maken.
nos.nl
Slide 8 - Link
Laat vervolgens een filmpje zien van modestudenten die zelf drie dagen een sweatshop hebben nagedaan.
Omdat veel gezinnen te weinig verdienen, worden ook kinderen ingezet om extra geld te verdienen. In Bangladesh werken 1,7 miljoen kinderen tussen 5 en 17 jaar in kledingfabrieken.
De werknemers maken hele lange dagen: 12 tot wel 18 uur op een dag en vaak ook in het weekend. In een fabriek die kleding maakt voor Shein zag een undercoverjournalist hoe vrouwen tijdens de lunchpauze hun haren wassen, omdat ze daar buiten werktijd niet aan toekomen.
Om de kleding de juiste kleur te geven, worden de stoffen behandeld met industriële bleekmiddelen en kunstmatige kleurstoffen. Deze stoffen zijn giftig en soms zelfs kankerverwekkend. Veel arbeiders dragen daarom ook mondkapjes.
In de fabriek is een hoge werkdruk: Er is nauwelijks tijd voor pauzes, om naar de wc te gaan of te eten en te drinken. De werknemers voeren alsmaar dezelfde taak uit en moeten met elkaar zoveel mogelijk kledingstukken produceren.
De werknemers krijgen een ontzettend laag loon voor hun werk. Het minimumloon in Bangladesh is 18,50 voor een hele maand! Daarmee kunnen gezinnen niet rondkomen. In een kledingfabriek van Shein krijgen werknemers zelfs nog maar 1/3 van hun loon wanneer ze een fout maken.
De fabrieksgebouwen zijn vaak onveilig. Ze hebben geen of te weinig nooduitgangen en zijn bouwkundig niet in orde, waardoor het risico op instorting bestaat.
Slide 9 - Slide
De leerlingen zien een afbeelding van een kledingfabriek. Deze gebruiken we als praatplaat over de omstandigheden in de fabrieken. Laat de leerlingen eerst benoemen wat ze zien op de plaat. Vraag daarna steeds 1 leerling naar voren om een ‘oogje’ aan te tikken waardoor informatie tevoorschijn komt. Lees dit gezamenlijk en ga zo alle oogjes af.
Mysterie
Slide 10 - Slide
Als verwerking gaan de leerlingen in groepjes van 5/6 een mysterie oplossen waarbij iemand in een kledingfabriek is vermoord. De leerlingen krijgen eerst binnen hun groepje een envelop met het verhaal en informatie over de verschillende verdachten. Vervolgens gaat elk groepje uiteen in expertgroepjes. Van elk groepje gaat 1 iemand naar een andere puzzel die informatie zal geven over de dader. De leden van verschillende groepjes kunnen elkaar binnen het expertgroepje helpen met het oplossen. Uiteindelijk verzamelen alle leden weer om de antwoorden van de puzzels bij elkaar te leggen en zo de dader te achterhalen.