h2 en h3 Inkomstenbelasting: Inleiding en boxen

Belastingrecht
h2 en h3 Inkomstenbelasting: Inleiding en boxen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BelastingrechtMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Belastingrecht
h2 en h3 Inkomstenbelasting: Inleiding en boxen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoeveel boxen heeft de inkomstenbelasting?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Heffingskorting
  • Algemene heffingskorting max € 3.070 (2023), afhankelijk van het inkomen
  • Arbeidskorting max. afhankelijk van inkomen
  • Voor deze lessen wordt uitgegaan van een standaard heffingskorting van € 3.000
  • Eerst belasting berekenen, dan de (AH bonus)korting toepassen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zoals het tot voor kort was:

Slide 12 - Slide

Als gevolg van uitspraak Hoge Raad
https://www.hogeraad.nl/actueel/nieuwsoverzicht/2024/juni/hoge-raad-box-3-heffing-steeds-discriminerend/
Inkomen uit vermogen in box 3 rechtvaardiger belasten
  • Vanaf 2027  komt er een nieuw stelsel voor box 3 waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de tussenliggende jaren werkt het kabinet met overbruggingswetgeving. De tijdelijke wetgeving gaat uit van de werkelijke verdeling van spaargeld, beleggingen en schulden. Daarbij gebruikt de Belastingdienst rendementspercentages die dichtbij de echte percentages voor sparen, beleggen of lenen liggen. 
Beter kijken wat iedereen persoonlijk heeft aan spaargeld of beleggingen
  • Het kabinet kijkt tijdens de overbruggingsperiode naar de echte verdeling van spaargeld en beleggingen. Daarbij gebruikt het rendementspercentages die gebaseerd zijn op de actuele percentages voor sparen of beleggen. De actuele spaarrente is bijvoorbeeld veel lager dan het rendement op beleggingen. Deze percentages worden per jaar voor iedereen bepaald.
Tot en met 2020 ging de belasting in box 3 uit van een vaste vermogensmix. Met vaste delen voor sparen en beleggen afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Dit was voor iedereen hetzelfde, ook wanneer iemand alleen spaargeld had. Door dit systeem betaalden mensen met spaargeld (met laag rendement) te veel belasting. Beleggers (met hoog rendement) betaalden juist te weinig



Slide 13 - Slide