This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
ruimte
blz. 91 t/m 102
Beeldende begrippen
Slide 1 - Slide
2d en 3d
Er is een verschil tussen 2 dimensionaal (2D) en 3 dimensionaal (3D).
2D is een plat vlak en 3D is ruimtelijk. Daar kan je omheen lopen.
Slide 2 - Slide
2D
3D
Slide 3 - Slide
ruimtesuggestie
Slide 4 - Slide
Bekijk de afbeelding op de vorige dia. Wat is ruimtesuggestie?
A
De voorstelling valt op door de hoeveelheid ruimte die er is.
B
De voorstelling vult de ruimte met lijnen.
C
De voorstelling lijkt ruimtelijk maar is eigenlijk vlak.
D
De voorstellingen zie je vanuit verschillende hoeken.
Slide 5 - Quiz
Open ruimte
begrensde ruimte
Slide 6 - Drag question
Leg het verschil uit tussen een open ruimte en een begrensde ruimte.
Slide 7 - Open question
Welke drie standpunten zijn er? Hiermee wordt de hoogte bedoelt waarvan je iets bekijkt.
Slide 8 - Open question
Zoek bij elk standpunt een kloppende afbeelding.
Slide 9 - Open question
Plaats in de ruimte
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Studio Drift maakt werken die gebaseerd zijn op de technieken van de natuur. Het werk uit het filmpje laat het verlangen van de mens zien om te vliegen. Geef een argument voor deze bewering. Betrek het kunstwerk in jouw antwoord.
Slide 12 - Open question
Dit werk beweegt in de ruimte. Leg uit waarom het ruimteomvattend is.
Slide 13 - Open question
Beeldvlak
een oppervlak met
daarop een voorstelling.
Slide 14 - Slide
ruimtesuggestie
Slide 15 - Slide
Noem minimaal 4 manieren van ruimtesuggestie, die zijn gebruikt op het schilderij van de vorige dia.
Slide 16 - Mind map
Zoek een afbeelding waar gebruik is gemaakt van lijnperspectief om ruimte te suggereren. Leg dit uit.
Slide 17 - Open question
Slide 18 - Slide
op welke manieren word in de vorige dia ruimte gesuggereerd?
A
omklapping
B
afsnijding
C
planopbouw
D
overlapping
Slide 19 - Quiz
voor- en achtergrond
de voor- en achtergrond zijn bijna altijd met voorbedachte rade opgebouwd. In de volgende vragen gaan jullie dit onderzoeken.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Op de vorige dia wordt gebruik gemaakt van een atmosferisch perspectief. Leg dit uit, betrek het vormgevingsaspect kleur in jouw antwoord.
Slide 22 - Open question
Slide 23 - Slide
Op de vorige dia zie je een repoussoir. Geef een argument voor deze bewering.
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Welke twee vormen van ruimtesuggestie zie je op de vorige afbeelding?
A
atmosferisch perspectief
B
anamorfose
C
coulissewerking
D
repoussoir
Slide 26 - Quiz
waar kan je een coulissewerking mee vergelijken?
A
Een landschap
B
trompe l'oeil
C
anamorfose
D
een kijkdoos
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Het schilderij op de vorige dia bevat een duidelijke plasticiteit. Leg dit uit aan de hand van het vormgevingsaspect licht.
Slide 29 - Open question
lijnperspectief
Slide 30 - Slide
Op de vorige afbeelding zie je een tekening in lijnperspectief. Leg aan de hand van de afbeelding uit hoe het tekenen van perspectief werkt. Gebruik de volgende termen: Horizon, vluchtlijnen en verdwijnpunt.
Slide 31 - Open question
Slide 32 - Slide
Op de vorige dia zie je een vreemd perspectief. De vluchtlijnen gaan niet naar hetzelfde punt. Van welk perspectief is hier gebruik gemaakt?