Havo 3 H7§1 Nu of later?

H7 §1 Nu of later?
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H7 §1 Nu of later?

Slide 1 - Slide

Waar geef jij nu
geld aan uit?

Slide 2 - Mind map

Verschilt jouw uitgavenpatroon nu ten opzichte van 5 jaar geleden?
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

Waar geef jij over 10 jaar
geld aan uit?

Slide 4 - Mind map

Lesdoelen
Je kunt toelichten dat mensen tijdens hun leven verschillende financiële beslissingen nemen.
Je kunt met voorbeelden uitleggen wat ruilen over de tijd is.
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een stroomgrootheid en een voorraadgrootheid.

Slide 5 - Slide

Nu of later?
De verschillende fases in het leven = levensloop
  • Verschillende financiële beslissingen

Slide 6 - Slide

Levensloop

Slide 7 - Slide

Nu of later?
Financiële veranderingen als je 18 wordt?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Nu of later?
Ruilen over de tijd
Sparen: consumptie uitstellen
Lenen: consumptie vervroegen
  • De prijs van tijd?
  • Rente

Slide 10 - Slide

Sparen is:
A
Het uitstellen van consumptie
B
Het naar je toe halen van consumptie

Slide 11 - Quiz

Spaar jij?
Nee, ik geef iedere maand (bijna) alles uit.
Ik spaar een deel, de rest geef ik uit.
Ik spaar bijna alles. Ik koop eigenlijk heel weinig.

Slide 12 - Poll

Lenen of sparen?
A
Lenen zorgt voor rente in de toekomst
B
Sparen schuift consumptie naar achteren
C
Sparen haalt consumptie naar voren
D
Lenen gaat ten koste van consumptie in de toekomst

Slide 13 - Quiz

Nu of later?
Twee manieren naar je financiën kijken
Hoe sta ik er nu voor? 
  • Voorraadgrootheid
Hoe ging het de afgelopen periode?
  • Stroomgrootheid

Slide 14 - Slide

Wat is een voorbeeld van een voorraadgrootheid?
A
De belastinginkomsten van de overheid in 2021
B
De inkomsten uit je bijbaantje in een bepaalde maand
C
Het saldo op jouw betaalrekening
D
De winst van een bedrijf in januari 2020

Slide 15 - Quiz

Is de balans van een bedrijf een voorraadgrootheid of een stroomgrootheid?
A
Voorraadgrootheid
B
Stroomgrootheid

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
Opgave 3 t/m 9
timer
10:00

Slide 17 - Slide