Thema 6 meewerkend voorwerp

Met welke vraag vind ik het onderwerp in de zin?
1 / 14
next
Slide 1: Open question
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Met welke vraag vind ik het onderwerp in de zin?

Slide 1 - Open question

Met welke vraag vind ik het lijdenvoorwerp in de zin?

Slide 2 - Open question

Met welke vraag vind ik het meewerkend voorwerp in de zin?

Slide 3 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp?
'De jongen schrijft een liefdesbrief aan zijn vriendin.'
A
De jongen
B
een liefdesbrief
C
aan zijn vriendin
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
'Mijn oma appt mij het recept.'
A
Mijn oma
B
mij
C
het recept
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 5 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Wil je hem dat boek even geven?
A
hem
B
dat boek
C
geven
D
Wil

Slide 6 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?
Ik vraag jullie om hulp.
A
jullie
B
Ik
C
vraag
D
om hulp

Slide 7 - Quiz

Ik heb een cadeau aan mijn oma gegeven?
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Ik
B
Aan mijn oma
C
een cadeau
D
gegeven

Slide 8 - Quiz

Zij geeft aan Jesse een zonnebril.

Wat is het meewerkend voorwerp?
A
Jesse
B
een zonnebril
C
zij
D
aan Jesse

Slide 9 - Quiz

Albert
heeft
een boek
gekocht
voor Harold.
Onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
persoonsvorm
gezegde
meewerkend voorwerp

Slide 10 - Drag question

Mijn vader 
vraagt
de ober
om de rekening 
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
Om de rekening
Meewerkend voorwerp

Slide 11 - Drag question

Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm
Gezegde
Heb
je
die mensen
dat nieuws
niet
verteld?

Slide 12 - Drag question

Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm
Gezegde
Ik
heb
niemand
iets
gevraagd.

Slide 13 - Drag question

Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Persoonsvorm
Gezegde
Zij 
geeft
een
knikker
aan
Tim

Slide 14 - Drag question