2021 Klas 3 les 34

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Les buts
-Aan het einde van de les kan ik een correcte Franse zin maken met een bezittelijk voornaamwoord.
-Aan het eind van de les heb ik geoefend met het vervoegen van de regelmatige werkwoorden in het Frans. 

Slide 4 - Slide

Les devoirs
répétér: 
-la négation
-l'adjectif possessif
-les verbes au pluriel
-le vocabulaire

Slide 5 - Slide

Programme d'aujourd'hui
Corriger les devoirs
Planning
Les adjectifs possessifs

Slide 6 - Slide

Periode 2
- Leertoets, vocabulaire section A, B, C, het bez. vnw, het meervoud, les contraires en de ontkenning (2x).

Periode 3
- Leesvaardigheid (1x)
- Spreekvaardigheid, PO3.2 Mon journal (1x)
- Leertoets, vocabulaire section D, de imparfait en de passé composé (2x).
Periode 2
- Leertoets, vocabulaire section A, B, C, het bez. vnw, het meervoud, les contraires en de ontkenning (0x).
Dinsdag 16 februari
Periode 3
- Leesvaardigheid (0x)
- Spreekvaardigheid, PO3.2 Mon journal (1x) -> 9 maart
- Leertoets, vocabulaire section D, de imparfait en de passé composé (?)

Slide 7 - Slide

Les adjectifs possessifs - herhaling

Slide 8 - Slide

timer
1:00
Voorbeelden van het
bezittelijk voornaam-
woord in het NL

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Slide

In het Frans moet je eerst weten of het zelfstandig naamwoord  


le (mannelijk)
la (vrouwelijk)
les (meervoud)






is
Let op: als het znw vrouwelijk is en begint met een klinker/ stomme h, gebruik dan de mannelijk vorm (mon,ton,son)
BV: Mijn vriendin heet Marie - Mon amie s'appelle Marie 
                                                               DUS NIET: ma amie s'appelle Marie

Slide 12 - Slide

C'est sa voiture - het is zijn auto

Slide 13 - Slide

Waar moet je opletten als je een bezittelijk voornaamwoord invult?
Vul 3 dingen in

Slide 14 - Open question

tante
parents
père
mon
ma
mes

Slide 15 - Drag question

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in :
Gaston aime ...... tante.
A
son
B
sa
C
ses
D
leur

Slide 16 - Quiz

Carole est ...... meilleure amie et Isabelle est ...... amie .
A
mon, ma
B
ma, ma
C
ma, mon
D
mon, mon

Slide 17 - Quiz

Gaston est l'ami de Jules et Claire, il est ...... ami.
A
son
B
leurs
C
ses
D
leur

Slide 18 - Quiz

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes in.
(Hun) _____ chien s'appelle Charlie.

Slide 19 - Open question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes naar het Frans.

_________ (haar) grand-père

Slide 20 - Open question

Questions?

Slide 21 - Open question

Les devoirs
répétér: 
-les verbes au pluriel-> 10 minuten verbuga
-le vocabulaire section A - C


Slide 22 - Slide