Ontstaan van zinnen met een dubbele ontkenning
Deze zinnen ontstaan vooral wanneer je als schrijver probeert om jezelf in te dekken. Als je over iets schrijft dat je niet helemaal zeker weet, begin je een zin met een afzwakkende ontkenning.
Het was niet ongebruikelijk dat…
Het is geen uitgemaakte zaak dat…
Het is niet ongewoon dat…
Als er na zo’n ontkennend begin een tweede ontkenning in je formulering sluipt, krijg je een warrige zin waarbij onduidelijk is of iets wel of niet gebeurt: Het is niet vaak zo dat er niet betaald wordt.
Deze op ontkenningen gebouwde gedrochten van zinnen wil je niet in tekst. Begin je zinnen liever positief. Als je lezers steeds vertelt wat er allemaal niet ongebruikelijk, niet uitgemaakt, of niet ongewoon is, weten ze na het lezen van je tekst nog steeds weinig.
Als schrijver is het je taak om vast te stellen wat er wél gebeurt. Klim op je bureau, doe het raam open roep naar je lezers wat er aan de hand is. Je zinnen worden dan helderder en krachtiger.