Herhaling - Werken met aantallen

Herhaling H4+H6+H11
Deze les:
 - Herhaling leerdoelen
- Controle leerdoelen met LessonUp
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H4+H6+H11
Deze les:
 - Herhaling leerdoelen
- Controle leerdoelen met LessonUp

Slide 1 - Slide

Leerdoelen H4
  • Ik kan rekenen met tijd en tijdsmaten.
  • Ik kan uren naar minuten omrekenen.
  • Ik kan minuten naar seconden omrekenen.
  • Ik kan geldbedragen afronden op een veelvoud van 5 cent.
  • Ik kan zinvol afronden.
  • Ik kan grote getallen lezen, schrijven en afronden.
  • Ik kan rekenen met grote getallen.

Slide 2 - Slide

Hoe rond je €4,67 af op een veelvoud van 5 cent?
A
€4,63
B
€4,65
C
€4,70
D
€4,60

Slide 3 - Quiz

Hoe reken je 90 seconden om naar minuten?
A
1,5 minuten
B
1 minuut
C
2 minuten
D
0,5 minuten

Slide 4 - Quiz

Hoe reken je 3 uur om naar minuten?
A
300 minuten
B
180 minuten
C
240 minuten
D
120 minuten

Slide 5 - Quiz

Hoe kan je uren naar minuten omrekenen?
A
Vermenigvuldigen met 60
B
Optellen bij 60
C
Aftrekken van 60
D
Delen door 60

Slide 6 - Quiz

Hoeveel minuten zijn er in 3 uur?
A
240 minuten
B
60 minuten
C
180 minuten
D
120 minuten

Slide 7 - Quiz

Hoeveel seconden zijn er in 5 minuten?
A
300 seconden
B
120 seconden
C
60 seconden
D
180 seconden

Slide 8 - Quiz

Wat kan je zeggen over het afronden van geldbedragen?
A
Niet afronden
B
Afronden op een veelvoud van 5 cent
C
Afronden op een veelvoud van 1 euro
D
Afronden op een veelvoud van 10 cent

Slide 9 - Quiz

Wat leer je bij de leerdoelen over tijd?
A
Lezen en schrijven van grote getallen
B
Rekenen met kommagetallen
C
Rekenen met tijd en tijdsmaten
D
Werken met breuken

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen H6
  • Ik kan rekenen met een verhoudingstabel.
  • Ik kan rekenen via 1 in een verhoudingstabel.
  • Ik kan aantallen omrekenen naar procenten.
  • Ik kan een prijs berekenen als ik de korting weet.
  • Ik kan een prijs berekenen als ik de prijsverhoging weet.

Slide 11 - Slide

10 oliebollen kosten €5,50. 
Hoeveel euro kosten 13 oliebollen? 
Vul de verhoudingstabel in.
aantal oliebollen
prijs in centen
10
550
715
13
1

Slide 12 - Drag question

Vul de verhoudingstabel in. Sleep het juiste antwoord naar de twee juiste plekken in de tabel
€ 0,20
€ 20
€ 35
€ 1,40
€ 14
€ 4,90

Slide 13 - Drag question

10 oliebollen kosten €5,50. 
Hoeveel euro kosten 13 oliebollen? 
Vul de verhoudingstabel in.
aantal oliebollen
prijs in euros
10
5,50
7,15
13
1

Slide 14 - Drag question

Leerdoelen H11
  • Ik kan sneller hoofdrekenen door handig af te ronden.
  • Ik kan met handige maten een schatting

Slide 15 - Slide

De hoogte van een verdieping is
A
1 meter
B
2 meter
C
3 meter
D
4 meter

Slide 16 - Quiz

Snelheid op de fiets is ongeveer
A
10 km/u
B
12 km/u
C
15 km/u
D
20 km/u

Slide 17 - Quiz

Aan de slag


Maak de punten uit de samenvatting die je niet snapt geel.

Klaar? Maak de andere kant
timer
20:00

Slide 18 - Slide