MBO Natuur & Techniek: Materie

HvA MBO Natuur & Techniek
Les 7: Materie
1 / 48
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 13 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

HvA MBO Natuur & Techniek
Les 7: Materie

Slide 1 - Slide

Programma
1. Drijven & zinken
2. Fasenovergangen
3. Mengsels

Achteraan vind je extra uitleg-video's
(deze ben je niet verplicht te kijken)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Deel 1
Drijven en zinken

Slide 4 - Slide

1

Slide 5 - Video

03:17
Toevoeging:
Als het blokje eenmaal bovenop het water drijft (hij beweegt dus niet meer naar boven of beneden), dan is de opwaartse kracht gelijk aan de zwaartekracht

Slide 6 - Slide

Formuledriehoek (optioneel)
Het volgende filmpje gaat over het trucje van de formule-driehoek. Als je dit al snapt, mag je het filmpje overslaan en doorgaan met het maken van de opdrachten.

Let op: in het filmpje wordt een andere formule gebruik dan de formule voor dichtheid

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

2

Slide 9 - Video

11:19
Hoe groot moet een boot van 4kg zijn om te blijven drijven op water (dichtheid = 1 kg/dm3)?

Slide 10 - Open question

13:22
Oeps, ik maakte weer een foutje
Het antwoord moet zijn:
4 kg / < 1 kg/dm3 = groter dan 4 dm3
(ik deelde door 4 i.p.v. 1)

Digitale high-five voor degenen die dit doorhadden!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Een bekende kanaalzwemster traint in het IJsselmeer en in de Noordzee om later de grote oversteek tussen Frankrijk en Engeland te kunnen maken. In welk water zou de zwemster minder drijfvermogen hebben en dus meer moeite moeten doen om te blijven drijven?

A
In het IJsselmeer, vanwege de kleinere dichtheid van het zoete water
B
In de Noordzee, vanwege de grotere dichtheid van het zoute water
C
In het Ijsselmeer, vanwege de grotere dichtheid van het zoete water
D
In de Noordzee, vanwege de kleinere dichtheid van het zoute water

Slide 13 - Quiz

Waarom is de dichtheid van opgeklopte slagroom kleiner dan die van vloeibare slagroom?

Slide 14 - Open question

Stefanie ergert zich regelmatig bij het schoonmaken van haar badkamer. Elke keer blijft er een druppel aan de wastafelkraan hangen. Waarom blijft deze waterdruppel aan de kraan hangen?
A
Omdat de dichtheid van water groter is dan die van het materiaal van de kraan.
B
Omdat er sprake is van een permanente aantrekkingskracht van watermoleculen onderling.
C
Omdat de dichtheid van water kleiner is dan die van het materiaal van de kraan.
D
Omdat het materiaal van de kraan permanent watermoleculen blijft afstoten.

Slide 15 - Quiz

0

Slide 16 - Video

Oefenen
De volgende opdrachten zijn bedoeld om te oefenen met (rekenen met) dichtheid en omrekenen

Slide 17 - Slide

Reken om: 11,2 m3 = ………….dm3

Slide 18 - Open question

Reken om: 2 liter (L) = ………dm3

Slide 19 - Open question

Reken om: 2,5 dm3 = ………….mL

Slide 20 - Open question

Een onbekende stof heeft een massa van 12 gram en een volume van 10 cm3.
Wat is de dichtheid van deze stof?

Slide 21 - Open question

Een stof heeft een dichtheid van 11,3 g/cm3 en een massa van 800 gram. Wat is het volume van deze stof?

Slide 22 - Open question

Een mysterieuze ring blijkt een volume van 2,4 cm3 te hebben. We willen weten om welke stof het gaat dus wegen we de ring. Hij blijkt 21,36 gram te wegen. Van welke stof is de ring gemaakt?

Slide 23 - Open question

Deel 2
Fasenovergangen

Slide 24 - Slide

2

Slide 25 - Video

03:04
Wat gebeurt er met de dichtheid van een stof als je de stof opwarmt?

Slide 26 - Open question

11:23
Ik verbaasde me er vroeger over dat mensen bepaalde alcoholische dranken in de vriezer bewaren (bijv. limoncello). ik dacht: zou dat dan niet bevriezen...?





...Maar het stolpunt van alcohol ligt veel lager dan dat van water, dus sterke drank bevriest niet zo gauw

Slide 27 - Slide

We onderscheiden vaste stoffen, vloeistoffen en gassen. Welk element is een gas (bij kamertemperatuur)?
A
Aluminium
B
Calcium
C
Helium
D
Valium

Slide 28 - Quiz

Elise benoemt een stof met de volgende natuurkundige omschrijving: “de moleculen van de stof kunnen alleen op hun plaats heen en weer bewegen en kunnen ten opzichte van hun naaste moleculen niet van plaats veranderen.” Welke stof komt wat moleculaire opbouw betreft hiervoor in aanmerking?
A
Water
B
Zuurstof
C
IJzer
D
Waterdamp

Slide 29 - Quiz

Lisanne opent een pakje lavendelzeep en verwondert zich over de heerlijke lavendelgeur die haar tegemoetkomt. Waar is deze ‘herkenbare’ overgangssistuatie een goed voorbeeld van?
A
Desublimatie
B
Stolling
C
Sublimatie
D
Verdamping

Slide 30 - Quiz

Wanneer Janneke ’s ochtends haar gordijnen openschuift, ziet ze een wit laagje ijs op de daken van de geparkeerde auto’s. Dit overgangsproces noemen we “(ver)rijpen” of “desublimeren”. Rijp ontstaat zodra de temperatuur van het betreffende autodak onder het vriespunt daalt, waardoor…
A
Waterdamp overgaat in ijskristallen
B
Water overgaat in ijs
C
Water overgaat in waterdamp
D
IJskristallen overgaan in waterdamp

Slide 31 - Quiz

Voor het meten van koorts worden nog weleens kwikthermometers gebruikt. Wat gebeurt er met de dichtheid van het kwik in de thermometer in het geval van koorts?
A
Wordt groter
B
Wordt kleiner
C
Verandert niet
D
Kan zowel groter als kleiner worden

Slide 32 - Quiz

Deel 3
Mengsels

Slide 33 - Slide

4

Slide 34 - Video

05:50
Wat voor mengsel is verf?

Slide 35 - Open question

05:55
Wat voor soort mengsel is limonade?

Slide 36 - Open question

06:01
Wat voor soort mengsel is sinaasappelsap?

Slide 37 - Open question

06:09
Wat voor soort mengsel is Loreál Micellairwater?

Slide 38 - Open question

Uitlegfilmpje mengen & scheiden
Bekijk het filmpje via de link op de volgende slide
(bekijk vanaf 8:50!)

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Een ander woord voor een emulsie is een “schijnmengsel”. Wat is een goed voorbeeld van een emulsie?
A
Druivensap
B
Melk
C
Modderwater
D
Zeewater

Slide 41 - Quiz

Door ruwe aardolie stapje voor stapje te verwarmen kunnen de diverse nuttige bestanddelen (zoals lpg, benzine, kerosine en dieselolie) gescheiden en opgevangen worden. Hoe noemen we deze scheidingstechniek?
A
Filtratie
B
Bezinken
C
Destillatie
D
Verdamping

Slide 42 - Quiz

Ilonka zet koffie met een ouderwets koffiezetapparaat met een waterdoorloopsysteem. De koffieprut blijft achter in het koffiefilter. Hoe noemen we de koffiedrank zelf?
A
Emulsie
B
Residu
C
Oplossing
D
Suspensie

Slide 43 - Quiz

Optionele extra uitlegfilmpjes

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Slide 48 - Video