2.7 Grammatica les 2

Nederlands
Grammatica 2.7

Week 3, les 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Grammatica 2.7

Week 3, les 2

Slide 1 - Slide

Programma
  • Lezen (10 min)
  • Woorden
  • 2.7 Grammatica
  • Evaluatie/vragen

Slide 2 - Slide

timer
10:00

Slide 3 - Slide

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.


2.


Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

5) Ontvangst

6) aantreffen
onthaal
iets ergens vinden
De gasten kregen een hartelijke ontvangst.
Ze trof hem bewusteloos aan in de berm van de weg.
Woorden voor vandaag

Slide 4 - Slide

Doelstelling
Na deze les:
  • Kun je een werkwoord herkennen
  • Weet je wat een infinitief is

Slide 5 - Slide

"Het meisje gaf de prachtige ketting aan een goede vriendin."
Benoem de zelfstandige naamwoorden

Slide 6 - Open question

"Het meisje gaf de prachtige ketting aan een goede vriendin."
Benoem de lidwoorden

Slide 7 - Open question

Lidwoorden
Twee soorten:
  • Bepaalde lidwoorden: gebruik je als het duidelijk is wie of wat je bedoelt: het meisje, de ketting

  • Onbepaalde lidwoorden: gebruik je als het niet duidelijk is wie je precies bedoelt: een goede vriendin

Slide 8 - Slide

"Het meisje gaf de prachtige ketting aan een goede vriendin."
Benoem de bepaalde lidwoorden.

Slide 9 - Open question

werkwoorden

Slide 10 - Mind map

Werkwoorden
Twee kenmerken:
  • Iets wat je doet: Hij praat, zij vertrekt, ze zwaaien
  • Of een situatie: Hij staat, het regent, ze vielen

Het hele werkwoord wordt ook wel infinitief genoemd: praten, vertrekken, zwaaien, staan, regenen, vallen.

Slide 11 - Slide

DOEL: Herken het werkwoord en de infinitief.

HOE: In Talent Online op je Ipad

HULP: Lesstof -> werkwoord
WAT:
Maak opdracht 12 t/m 16 van paragraaf 2.7

timer
25:00

Slide 12 - Slide

Huiswerkcheck vrijdag
In Talent Online op je Ipad:
  • 2.7 Opdracht 6 t/m 10
  • 2.7 Opdracht 12 t/m 16
  • 2.7 Opdracht 2, 18 en Test Jezelf

Slide 13 - Slide

"De toets was moeilijk."
Het lidwoord is een...
A
bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord

Slide 14 - Quiz

"Wesley voetbalt in Rotterdam."
Hoeveel zelfstandige naamwoorden staan in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 15 - Quiz

Huiswerk volgende les
In Talent Online op je Ipad:
  • 2.7 Opdracht 12 t/m 16

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide