Examen 2015 2e tijdvak_Bevolking

Examentraining




Mavo 4 |Bevolking 2015 (2e tijdvak) 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Examentraining




Mavo 4 |Bevolking 2015 (2e tijdvak) 

Slide 1 - Slide

A

Slide 2 - Slide

− Duitsland is de dichtstbijzijnde mogelijkheid voor Polen om als
arbeidsmigrant te werken.
− De Polen zijn arbeidsmigranten (gastarbeiders) die hier voor een
bepaalde periode komen werken.

Slide 3 - Slide

D

Slide 4 - Slide

veel migranten hebben historische banden met
Nederland hebben / Nederland veel migranten uit voormalige koloniën
heeft

Slide 5 - Slide

Migratie
Jaren ‘50 / ‘60: vertrekoverschot
Daarna: Nederland = immigratieland 

4 groepen immigranten:
  1. gastarbeiders 
     Vanaf 1965, Marokkanen en Turken

 2. inwoners van de voormalige koloniën           Surinamers, Indonesiërs, Antillianen             voor studie of werk

Slide 6 - Slide

Migratie
 3. Politieke vluchtelingen.
     (zijn niet veilig in hun eigen land)               Irakezen, Syriërs 
     Ook economische vluchtelingen


 4. Inwoners andere EU-lidstaten
     vooral uit Oost-Europa
     - voor studie of werk
     - seizoensmigratie

Slide 7 - Slide

A

Slide 8 - Slide

E

Slide 9 - Slide

B

Slide 10 - Slide

Fase 1
  • Hoog geboortecijfer
  • Hoog sterftecijfer
  = bevolking blijft gelijk

Fase 3
  • Daling geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
  = bevolking groeit

Fase 2
  • Hoog geboortecijfer
  • Daling sterfecijfer
  = bevolking groeit

Fase 4
  • Laag geboortecijfer
  • Laag sterftecijfer
 = bevolking blijft gelijk (of krimpt)

Slide 11 - Slide

− hoger cultureel aanbod;
− meer voorzieningen;
− minder leegstand;
− minder verpaupering;
− meer werkgelegenheid;
− behouden van cultureel erfgoed.

Slide 12 - Slide

1 = juist
2 = onjuist
3 = onjuist

Slide 13 - Slide

'
− woningnood;
− milieuvervuiling;
− verkeersopstoppingen.
− meer werkgelegenheid;
− meer inkomsten;
− betere voorzieningen;
− betere toekomst;
− betere opleidingsmogelijkheden.

Slide 14 - Slide

1 = juist
2 = onjuist
3 = juist

Slide 15 - Slide

− visserij;
− steden zijn goed bereikbaar vanaf zee;
− gunstige ligging voor aan- en afvoer van goederen en grondstoffen

Slide 16 - Slide

Guangzhou: Economische ontwikkeling 
1842: concessiegebieden
1984: Open Stad
    - buitenlandse bedrijven en investeerders
Tegenwoordig: een van de rijkste steden van China
Economische pijlers
    - transport
    - maakindustrie
    - hoogwaardige diensten
      - medische technologie
      - financiën
      - ICT

Slide 17 - Slide

− Directe verbindingen schelen reistijd / de relatieve afstand wordt korter.
− Door directe verbindingen wordt het vervoer goedkoper.

Slide 18 - Slide

de zeehavens moet goed bereikbaar blijven /
de schepen zo geen last hebben van bruggen.

Slide 19 - Slide

 drempelwaarde
Reikwijdte = maximale afstand die klanten willen afleggen voor een voorziening
Drempelwaarde = minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft. 


Door bevolkingskrimp verdwijnen voorzieningen met een lage drempelwaarde van het platteland. 



Lage drempelwaarde
  • bakker
  • buurtsuper
  • basisschool

Hoge drempelwaarde
  • museum
  • ziekenhuis
  • concertzaal

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Bevolkingsspreiding verklaard
, r
bevolkingsdichtheid
klimaat
reliëf
werkgelegenheid

Slide 22 - Slide

1-kind politiek 
📍jaren ‘70: bevolking groeide veel te snel
📍oplossing: 1 kind per gezin
📍voordeel: minder snelle bevolkingsgroei

📍nu: regels minder streng, op platteland mag je 2e kind
   als eerste kind een meisje is...

Slide 23 - Slide

Groei steden
Drie verschillende modellen
1. concentrisch groeimodel
2. sector-groeimodel
3. meerkernen-groeimodel

Slide 24 - Slide