Week 3.1 - 45 min. schooltaalwoorden, grondwoorden.

Woordenschat
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordenschat

Slide 1 - Slide

In deze les:                                      45 min
  • Inloop
  • Lesopening

Klassikaal: 
- Overhoring woorden hfdst. 5  

Individueel: 
- Grondwoorden opzoeken.   

Evaluatie en reflectie ( 5 min) 




                            Hoofdstuk 8
             Thema: schooltaalwoorden
                            
Doelen van de les: 
  • Herhaling hfdst. 5.  
  • Ik weet wat grondwoorden zijn en kan deze opzoeken in het woordenboek. 
  • Ik kan zinnen maken met de nieuwe woorden.

Slide 2 - Slide

Overhoring hfdst. 5
Schrijf bij elk woord het volgende: 
 
- De betekenis van het woord. 
- Een zin waarin je het woord gebruikt.  

Slide 3 - Slide

Grondwoorden 

Een grondwoord is het basiswoord zonder extra stukjes ervoor of erachter. 

Het is het woord zoals je het in een woordenboek kunt vinden.

Bijvoorbeeld: wandeling -> wandelen. 

Slide 4 - Slide

Wat is het grondwoord van bespreking?
A
Bespreken
B
Spreken
C
Bespraak

Slide 5 - Quiz

Wat is het grondwoord van geleerd?
A
Leerzaam
B
Leren
C
Geleerdheid

Slide 6 - Quiz

Wat is het grondwoord van grootte?
A
Grootheid
B
Groter
C
Groot

Slide 7 - Quiz

Wat is het grondwoord van verwachting?
A
Verwachtbaar
B
Verwachten
C
Verwachtend

Slide 8 - Quiz

Zoek deze 3 woorden op in het woordenboek en maak er een zin mee. 


1. Aanrader
2. (Het) nadeel
3. Toelichting

Slide 9 - Slide

Geen huiswerk voor vrijdag! 

Slide 10 - Slide

Ik weet wat grondwoorden zijn.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Ik kan met het woordenboek grondwoorden opzoeken en deze woorden in zinnen gebruiken.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz