This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wisselkoers
A) Lopende rekening
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Slide 2 - Slide
Uitgangspunt
Homogeen product - alleen de prijs is van belang
Slide 3 - Slide
Ronde 1
Slide 4 - Slide
Ronde 1
Aanbieder 1
€ 1.500
Aanbieder 2
€ 1.620
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 5 - Slide
Bij welke aanbieder koop jij de laptop?
A
1
B
2
C
3
Slide 6 - Quiz
Ronde 2
€ 1,00 = $ 1,00 = £ 1,00
Slide 7 - Slide
Ronde 2
Aanbieder 1
£ 1.500
Aanbieder 2
$ 1.620
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 8 - Slide
Bij welke aanbieder koop jij de laptop?
A
1
B
2
C
3
Slide 9 - Quiz
Ronde 3
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,90
Slide 10 - Slide
Ronde 3
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,90
Aanbieder 1
£ 1.500
Aanbieder 2
$ 1.620
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 11 - Slide
Bij welke aanbieder koop jij de laptop?
A
1
B
2
C
3
Slide 12 - Quiz
Ronde 3
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,80
Aanbieder 1
£ 1.500 / 0,90 = € 1.666,67
Aanbieder 2
$ 1.620 / 1,10 = € 1.472,73
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 13 - Slide
Tussenconclusie
Er ontstaat vanuit Nederland
(meer) vraag naar laptops in de VS.
Slide 14 - Slide
Vraaglijn $ verschuift
Jullie kopen een laptop bij een aanbieder in de VS.
Om die te kunnen kopen (betalen), heb je dollars nodig.
Jullie vragen dus dollars...
Slide 15 - Slide
Aanbodlijn € verschuift
... en bieden euro's aan (om te ruilen tegen dollars).
Dit extra aanbod van euro's ontstaat doordat jullie euro's gaan inwisselen voor dollars en niet door een verandering van de wisselkoers, dus bij elke gegeven koers is er meer aanbod van euro's.
Slide 16 - Slide
Wat is juist?
Door de extra vraag naar producten uit de VS zal...
A
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar stijgen
B
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar dalen
C
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar stijgen
D
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar dalen
Slide 17 - Quiz
Wat is juist?
Door de extra vraag naar producten uit de VS zal...
A
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro stijgen
B
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro stijgen
C
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro dalen
D
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro dalen
Slide 18 - Quiz
Tussenconclusie
Als de vraag naar een valuta stijgt, dan stijgt ook de koers
(bij een gelijkblijvend aanbod).
Positief verband.
Als het aanbod van een valuta stijgt, dan daalt de koers
(bij een gelijkblijvende vraag).
Negatief verband.
Slide 19 - Slide
Ronde 4
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,90
Slide 20 - Slide
Ronde 4
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,90
Aanbieder 1
£ 1.500
Aanbieder 2
$ 1.620 -> $ 1.850
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 21 - Slide
Ronde 4
€ 1,00 = $ 1,10 = £ 0,90
Aanbieder 1
£ 1.500 = € 1.666,67
Aanbieder 2
$ 1.850 / 1,10 = € 1.681,82
Aanbieder 3
€ 1.650
Slide 22 - Slide
Prijspeil VS stijgt
(inflatie)
Koers $
...
Concurrentie-
positie
VS verslechtert
Export VS neemt af
Vraag dollars neemt af
Slide 23 - Drag question
Wat is juist?
Koers dollar (in euro) ...
A
daalt
B
stijgt
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Video
Conclusie
Bij inflatie verslechtert de concurrentiepositie van een land.
Daardoor daalt de export.
(Buitenlanders gaan minder kopen in dat land.)
Dus daalt de vraag naar de munt van dat land.
Dus daalt de wisselkoers van die munt.
Slide 26 - Slide
Bij de wisselkoers kijk je naar wat buitenlanders (met een andere valuta) doen. Verklaar waarom je kijkt naar het gedrag van buitenlanders (met een andere munt).