This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Inhoud les
Start H4
werken met de atlas
absolute en relatieve afstand
Toets bespreken
Slide 1 - Slide
Zoeken in de atlas
Zoeken in de atlas
Hoe deden we dat ook alweer?
Slide 2 - Slide
Kun jij de ............. vinden?
De bladwijzer
De lijst van topografische namen
Het trefwoordregister
De statistieken
Algemene agenda
Slide 3 - Slide
Pak de atlas .
Zoek ............
Gevonden?
Noteer het kaartnummer papiertje.
Onthoud hoe je er gekomen bent.
Steek je vinger op als je klaar bent.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Absolute afstand
afstand gemeten in een rechtelijn
hemelsbreed
verandert nooit!
Slide 6 - Slide
Realtieve afstand
afstand in tijd
afstand in kosten
verschilt per persoon
verschilt per vervoermiddel
verschilt per route
Bekijk de kaarten met de route van Groningen naar Maastricht: dezelfde route en toch een groot tijdsverschil. Welk vervoermiddel is gebruikt bij deze route?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Heenreis heeft Jens veel vertraging gehad. Daarom besluit hij de terugreis een auto te huren. De reis is 335 km, hier doet hij 3 uur en 22 minuten over. Wat is de absolute afstand?
A
335 kilometer
B
3 uur en 22 minuten
Slide 9 - Quiz
De absolute afstand is de afstand in
A
tijd
B
kilometers
(hemelsbreed)
C
Percentages
D
kilo's
Slide 10 - Quiz
Hemelsbreed betekent:
A
Gemeten in een kromme lijn
B
Gemeten langs de weg
C
Gemeten in uren en minuten
D
Gemeten in een rechte lijn
Slide 11 - Quiz
De absolute afstand:
A
Kan veranderen
B
Is voor iedereen anders
C
Verandert nooit
D
Verandert per vervoermiddel
Slide 12 - Quiz
De relatieve afstand is de afstand uitgedrukt in
A
Percentages
B
Kilometers
C
Tijd en moeite
D
Verschillen
Slide 13 - Quiz
De relatieve afstand:
A
Is voor iedereen anders
B
Is voor iedereen hetzelfde
C
Kan niet veranderen
D
Is altijd hemelsbreed
Slide 14 - Quiz
Een nieuwe snelweg tussen twee steden zorgt voor een andere
A
absolute afstand
B
relatieve afstand
C
beide veranderen
Slide 15 - Quiz
Door betere vervoermiddelen wordt de wereld relatief
A
Groter
B
Hetzelfde
C
Kleiner
Slide 16 - Quiz
Door meer en betere internetverbindingen wordt de wereld relatief
A
kleiner
B
groter
C
anders
D
hetzelfde
Slide 17 - Quiz
Wat moet je doen en maken?
Maak paragraaf VAARDIGHEDEN (werkboek p. 96-97): o.a. zoeken in Statistiek, Absolute en relatieve afstand, Stappen van meningsvorming