This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Van Mythe naar Keizerrijk.
Een les over de verschillende manieren van bestuur bij de Romeinen.
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Inleiding.
Huiswerk bespreken.
Wat weten jullie al?.
De Romeinen.
Tijd voor huiswerk.
Afsluiting.
Slide 2 - Slide
Huiswerk bespreken.
Het huiswerk was opdracht 8 t/m 12 (2.2.2)
Opdracht 11 "Leg in eigen woorden uit dat de Griekse priesters niet blij waren met filosofen als Socrates".
Opdracht 12A "Leg in eigen woorden het verschil tussen filosofie en wetenschap uit."
Waren er moeilijke opdrachten?
Zijn er nog vragen over de Grieken?
Slide 3 - Slide
Leerdoel van vandaag:
Aan het einde van de les kan jij de 3 verschillende bestuursvormen die de Romeinen hebben gehad opnoemen.
Je weet wat bestuursvormen er zijn.
Je weet welke bestuursvormen de Romeinen hadden.
Je weet de volgorde van de bestuursvormen van de Romeinen.
Slide 4 - Slide
Wat weet jij al over de Romeinen?
Slide 5 - Open question
En dan nu... de Romeinen.
Schrijf de verschillende begrippen op:
- Monarchie - Aristocratie - Keizerrijk
In deze les worden bijna alle bestuursvormen besproken. Schrijf de uitleg bij jouw aantekeningen. Deze kunnen nog wel eens in de toets komen.
Slide 6 - Slide
Het Romeins koninkrijk.
753 v.Chr. tot 509 v.Chr.
Het verhaal begint bij mythe van Romulus en Remus.
Een koninkrijk is een ander woord voor een Monarchie, hierbij is de vorst de baas en moet iedereen naar de koning(in) luisteren.
Maar wat weten we nu echt?
- Er waren geen "Romeinse vrouwen" - De eerste 3 koningen waren Romeinen.
- De laatste 4 koningen waren Etrusken, zij heersten over de Romeinen tot dat...
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Overgang van Koninkrijk naar Republiek.
De Etruske koning was een slechte leider en de Romeinen kwamen in opstand.
De Romeinen joegen de Koning weg en besloten dat er nooit meer een koning zou zijn.
Vanaf nu waren enkele belangrijke mensen de baas.
De naam van die republiek?: SPQR - Senatus Populusque Romanus, "De Senaat en het Volk van Rome"
Slide 9 - Slide
De Romeinse Republiek (Senatus Populusque Romanus).
509 v.Chr. tot 27 v.Chr.
De romeinse republiek was geen democratie, niet iedereen had macht. Alleen het Senaat had macht. In het senaat zaten oude, wijze en belangrijke mannen (Senatoren) zij maakten de wetten in de Republiek.
Deze Senatoren werden dan weer wel door het volk gekozen
Een bestuursvorm waar een kleine groep rijke "wijze" mensen de baas is noemen we een Aristocratie. Hierbij hebben adelijke families de macht*.
*Adelijke families is een ander woord voor belangrijke families.
Slide 10 - Slide
Kijk naar de afbeelding, waarom is een aristocratie misschien niet zo eerlijk?
Slide 11 - Open question
Overgang van Republiek naar Keizerrijk.
Een lange tijd bleef het Senaat de baas in Rome, maar de leiding van het leger werd machtiger en machtiger.
Generaals zoals Julius Caesar wilden de macht overnemen. Dit deed hij ook op 44 v.C.
Caesar benoemde zichzelf tot Dictator, hij zou alleen de baas zijn nu. Het Senaat was het hier niet mee eens en vermoordden Caesar.
En toen?
Slide 12 - Slide
Naar wie zouden de Soldaten luisteren denk jij? de generaals of de senatoren in Rome?
Slide 13 - Open question
Het Romeinse Keizerrijk (Imperium Romanum).
27 v.Chr. tot 476 n.Chr.
De adoptiezoon van Julius Caesar, Octavianus kreeg de macht nadat er weer burgeroorlogen waren uitgebroken in de Romeinse Republiek.
In 27 v.C Kreeg Octavianus een nieuwe naam. "Augustus" Dit betekend "de verhevenen". Ze noemde hem eigenlijk een soort van god.
Augustus werd keizer. Een keizer is de baas van een keizerrijk. Een Keizer is nog belangrijker dan een koning. En de Romeinen haatten koningen.
Een Keizerrijk is een vorm van monarchie, hierbij is de keizer de baas. Een keizerrijk is altijd groter dan een koningrijk.
Slide 14 - Slide
Waarom wilden de Romeinen geen Koning maar wel een Keizer?
Slide 15 - Open question
Welke 3 bestuursvormen hadden de romeinen? (op juiste volgorde).
Slide 16 - Open question
Zelf aan de slag!
Lees eerst de tekst van 2.3.1 "Van mythe naar keizerrijk".
Maak opdracht 1 t/m 5. Dit is huiswerk voor volgende week, als het niet af is krijg je een overschrijf opdracht.
Lezen en opdrachten maken doe je zelfstandig, dat betekend in je eentje, vragen mag je aan de docent stellen.
De eerste 5 minuten werk je alleen, dan beantwoord ik ook geen vragen, als je een vraag niet snapt sla hem over.
Na de eerste 5 minuten mag je vragen stellen door, steek je hand op dan kom ik er aan.
Slide 17 - Slide
Afsluiting
Voor de volgende les: Zorg ervoor dat het huiswerk af is, dit zijn opdracht 1 t/m 5 (2.3.1).
Afsluiting
1. Schrijf je laatste antwoord af.
2. Sluit TvG en LU af, en doe je laptop op slaapstand.
3. Ruim je spullen op en controleer of jij je plek netjes achterlaat.