Wiskunde introductie les 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Les 1 Introductie

AFSPRAKEN

Als je het lokaal binnenkomt, 

1. ga je gelijk op je plaats zitten 

2. telefoon niet zichtbaar

3. spullen klaarleggen:

- wiskundemateriaal (boeken enz.)

- wiskundeschrift (roosterpapier)

- gevulde etui 

1. Wiskundeboek

2. Werkboek wiskunde

3. A4-schrift met hokjes van 1 bij 1 cm

4. Geodriehoek/passer/rekenmachine

5. Etui: pen - potlood - gum - schaar - plakstift - en 4 kleurpotloden

Wat heb je nodig bij de wiskundeles?

Rekenen

gebruik je elke dag -> Klok kijken, contant betalen, etc. Je hebt altijd een antwoord en dat is goed of fout.

Bij rekenen leg je de basis (+ _ x :).

Wiskunde

patronen en structuren, inzicht, de weg naar het antwoord, logisch nadenken.

Bij wiskunde kan het antwoord fout zijn maar de weg ernaar toe gedeeltelijk of zelfs helemaal goed.

Hoe werken we bij wiskunde?

We werken vanuit leerdoelen.

• Een leerdoel geeft aan wat ik met mijn onderwijs wil bereiken. 
• Een leerdoel legt duidelijk en concreet uit wat je moet kunnen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. 
• Van elk hoofdstuk krijg je leerdoelen die je altijd bij je houdt.
• De leerdoelen worden op allerlei manieren getoetst. 
• Aan het eind van het hoofdstuk moet je alle leerdoelen voor jezelf kunnen afvinken!

GETAL & RUIMTE 

LEGENDA 

Wat betekent het allemaal?

Pak blz met Legenda voor je.

Hoe werk ik in mijn schrift 

1. Zorg dat je een kantlijn hebt van ongeveer 2 cm. Heb je die niet dan maak je die met je geo-driehoek.

2. Zet bovenaan de datum van de les voor welke dag het huiswerk is en de bladzijde waar je met de sommen begint.

3. Na de som sla je een regel over.

4. Zet nu het nummer van de volgende som voor de kantlijn.

In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde

STAP 1

Let op in de les en doe actief mee. 

Soms krijg je extra uitleg en tips die niet in je boek staan of legt het net iets anders uit.

Maak daar aantekeningen van in een schrift. Dat helpt thuis bij het huiswerk maken en bij de toets leren.

STAP 2

Maak al je huiswerk (= investeer in jezelf werk). Maak ook de opgaven die je niet gelijk snapt. 

Proberen is beter dan overslaan.

STAP 3

Neem de door jouw gemaakte fouten serieus.

 

Analyseer wat er fout ging. Heb je de vraag goed gelezen? Heb je een rekenfout gemaakt? Of snap je de som niet?

Als je op deze wijze werkt krijg je sneller inzicht. 

Stap 4

Je snapt het niet? 

Vragen staat vrij.

Als je niet opgeeft, komt het goed.

a. kijk de instructiefilmpjes en/of lees de theorie opnieuw

c. Probeer zelf onder woorden te brengen wat niet lukt/ niet duidelijk is/ etc

c. vraag uitleg aan een klasgenoot

d. Bekijk daarna pas de uitwerkingen

e. Vraag docent om hulp

STAP 5

Werk nauwkeurig en volledig.

BEREKENINGEN!

Bij wiskunde is de ‘weg ernaar toe’ belangrijker dan het antwoord. 

Dus berekeningen, tussenstappen en eenheden vermelden anders verlies je kostbare punten.

STAP 6

Oefenen, oefenen, oefenen, oefenen en nog eens oefenen.

Wiskunde leren bestaat voor 30% uit theorie leren en voor 70% uit oefenen.

 

MAAR BOVENAL

GEEF NOOIT OP EN HOUD VERTROUWEN IN JEZELF. 

 

Huiswerk

• Sommen in de les niet af: de rest is huiswerk. Dit huiswerk moet aan het begin van de volgende les gemaakt zijn.

• De docent controleert regelmatig het huiswerk.

• Elke leerling dient zich aan de studiewijzer te houden.

• Als een leerling een achterstand heeft ten opzichte van de studiewijzer, dan bepaalt de docent of de leerling verplicht een extra uur wiskunde moet volgen.

Pak blz 8 en 9 voor je. Dit is een herhaling van het eerste jaar. Je gaat som 1 tot en met 8 maken.

Opdracht