§4.3 Hoe functioneert een stad?

§4.3 Hoe functioneert een stad?



par. 3
H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
V5
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

§4.3 Hoe functioneert een stad?



par. 3
H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
V5

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Je begrijpt op welke manier de economie invloed heeft op stedelijke vernieuwing, met name door de kenniseconomie en de creatieve economie.
  • Je begrijpt op welke manier samenwerking tussen overheden voordelen oplevert.
  • Je begrijpt op welke manier samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven voordelen oplevert.
  • Je kunt verschillende dimensies, actoren en schaalniveaus onderscheiden bij de analyse en beoordeling van stedelijke vraagstukken.

Slide 2 - Slide

De aantrekkelijke stad
Steden proberen zich te ontwikkelen tot creatieve stad waarin de kenniseconomie een centrale rol speelt. 

Slide 3 - Slide

De aantrekkelijke stad
Waarom is de stad een aantrekkelijke plek om te wonen voor jonge mensen?

  • Uitgaansleven
  • Opleiding
  • Baantjes
  • Winkelen
  • …overal Wi-Fi




Slide 4 - Slide

De aantrekkelijke stad
Vanaf 1990 is de stad weer een aantrekkelijke plek voor bedrijven door agglomeratievoordelen: meer productiviteit, innovatie, creativiteit en efficiency mogelijk. 

Hoe komt dat?
  • Grote afzetmarkt
  • Veel leveranciers
  • Voldoende werknemers



Slide 5 - Slide

De stad als economisch centrum
Belangrijkste productiefactor huidige economie?
Kennis

  • 'Harde' technologische kennis: technische uitvindingen
  • 'Zachte' sociale kennis: kennis van het gedrag van mensen

Slide 6 - Slide

Video
Ontwikkeling van de stad. 
- Welke drie fasen van arbeid zijn van groot belang voor de ontwikkeling/groei van steden. 
-  Wat is de betekenis van creatieve stad en hoe zie je dit terug in de video?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De aantrekkelijke stad

Wanneer zijn die voordelen maximaal? 
Twee meningen:
  1. Nederland lift mee op succes van Amsterdam
  2. Zet in op samenwerking tussen steden. Expats zien NL als één grote stad

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Science parks
Kenniseconomie leunt op zakelijke dienstverlening.

Voornamelijk terug te vinden in de steden. Bijvoorbeeld in Science parks:
  • In de buurt van een universiteit

  • Moderne digitale en infrastructurele verbindingen 

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Broedplaatsen
  • Oude loodsen in verpauperde industrie- en havengebieden
  • Creatieve bedrijven: alternatieve kunst, start-ups, kleine bedrijven die nog niet goed lopen etc. 

Maakt stad aantrekkelijk, want:
  • De creatieven maken veel gebruik van stedelijke voorzieningen.
  • Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.



Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Video

Goedkope bedrijfsruimten voor allerlei vernieuwende en artistieke bedrijven.
A
gentrificatie
B
sciencepark
C
fabriekshal
D
broedplaats

Slide 17 - Quiz

Diverse projecten in verschillende steden bekijken.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

0

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Samenwerking in de stad
Overheid moet samenwerken om dergelijke projecten te kunnen volbrengen.
Dit doen ze in de vorm van:
  • Bestuurlijke netwerken zoals stadsgewesten
  • Regionale samenwerking
  • Publiek-private samenwerking

Slide 23 - Slide

Publiek-private samenwerking
Publieke sector:
De overheid zorgt voor de belangen van iedereen in de publieke sector. Hierbinnen vallen: 
- De zorg
- Werkgelegenheid
- Woningbouw

Slide 24 - Slide

Publiek-private samenwerking
Private sector:
Het werk van het bedrijfsleven noemen we private sector. Zij zijn uit op winst. 

Bij samenwerking gaat het om wederzijdse voordelen. Privaat heeft meer kennis en geld. Publiek geeft de vergunningen en houdt het algemeen belang in het oog.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Wat vindt je van de ontwikkelingen op Stratums Eind? Leg uit.

Slide 27 - Open question

Geef aan of je de publiek-private samenwerking hier in evenwicht vind. Leg uit.

Slide 28 - Open question

Opdrachten

Maak 
Hoofdstuk 4
§3

Opdr. 1 t/m 6 + hoofdvraag

Slide 29 - Slide