Beschouwing 8: inleiding

Startklaar
Startopdracht
1. Telefoon in de tas.
4. Begin met ‘startopdracht’
2. Zitten volgens plattegrond.
3. Boek, schrift, agenda en pen op tafel.
Noteer je naam aan de ene kant van het kaartje en je boektitel en de schrijver aan de andere kant.

Welkom!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Startklaar
Startopdracht
1. Telefoon in de tas.
4. Begin met ‘startopdracht’
2. Zitten volgens plattegrond.
3. Boek, schrift, agenda en pen op tafel.
Noteer je naam aan de ene kant van het kaartje en je boektitel en de schrijver aan de andere kant.

Welkom!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Beschouwing
Doel: ik kan aantrekkelijke en doelgerichte inleiding schrijven.

Doel: ik kan relevante informatie verzamelen voor mijn beschouwing. 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je ook alweer een tekst starten?
timer
3:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Openingszinnen
  • een intrigerende vraag
  • ‘schokkende’ of opvallende cijfers
  • een paradox (een schijnbare tegenstelling)
  • een prikkelend citaat
  • een suggestieve of raadselachtige opsomming





Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aandacht trekken
  • een verwijzing naar een actuele gebeurtenis
  • een terugblik in de tijd
  • een of meer voorbeelden; een bijzondere vorm is de anekdote: een kort, grappig (waargebeurd) verhaaltje.
  • de ik-opening
  • het belang voor de lezer









Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Opdracht
  • Bekijk de artikelen, zoek iets uit wat je bij je aandachtstrekker kan gebruiken
  • Klaar? Werk alinea 1 uit (75-100 woorden)
timer
10:00

Slide 8 - Slide

2x 10 min., na 10 min. aandachtstrekkers delen
onderwerp introduceren
  • Leg uit wat je onderwerp inhoudt: 5W+H-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe)
  • Een of meer vragen stellen of Probleem schetsen.
  • Eindig met je hoofdgedachte (zie bouwplan)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  • Schrijf alinea 2 (75-100 woorden)
  • Klaar? Maak de hele inleiding af, sla op en  lees in je boek

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Wat was voor jou het lastigst? Hoe kan je dat aanpakken?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  •  inleiding af 
  • boek kiezen + doorgeven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions