Station taalverzorging quiz BA4

 
Quiz taalverzorging 
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 
Quiz taalverzorging 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm altijd?
A
Een zelfstandig naamwoord
B
Een werkwoord
C
Een lidwoord
D
Een bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Elke goede zin heeft een of meer persoonsvormen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Wat is een persoonsvorm?
A
een werkwoord in de zin dat van tijd kan veranderen
B
een werkwoord staat altijd in de verleden tijd
C
een woord dat iets over een persoon zegt
D
een persoon

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De man (worden) door zijn vrouw opgehaald.
A
worden
B
wordt
C
word

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Het is leuk dat het hondje nu na die puppycursus... (gehoorzamen)
A
gehoorzaamd
B
gehoorzaamt
C
gehoorzaamdt
D
gehoorzaamdd

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Mijn broer is gevraagd als voorzitter, maar hij ... deze functie niet. (aanvaarden)
A
aanvaard
B
aanvaart
C
aanvaardt
D
vaart aan

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Gisteren (worden) de leraar ziek tijdens de vergadering.
A
word
B
wordt
C
werd
D
werdt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De dief werd door een agent ... (ophalen)

A
opgehaald
B
opgehaalt
C
opgehaaldt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het stoort me dat jij mijn nieuwe iPhone kapot hebt ...(maken).

A
gemaakd
B
gemaakt
C
gemaakdt
D
gemaken

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hij heeft zijn studie volledig ... (verwaarlozen)

A
verwaarloosd
B
verwaarloost
C
verwaarloosdt
D
verwaarloosde

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Op de zomerbarbecue van vorig jaar ... de kinderen een heerlijke maaltijd. (bereiden)

A
bereiden
B
berijden
C
bereden
D
bereidden

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik geloof niets van wat je me daar ... (vertellen)

A
verteld
B
vertelt
C
verteldt

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De glassplinter moet zo snel mogelijk uit het oog van het slachtoffer ... worden. (verwijderen)
A
verwijderd
B
verwijdert
C
verwijderdt
D
verwijd

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Voor de feestdagen ... mijn moeder een kalkoen. (braden)
A
braad
B
braat
C
braadt
D
bradt

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Ik hoop dat je je niet hebt ... (vervelen)
A
verveeld
B
verveelt
C
verveeldt
D
vervelde

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vorig jaar ... de kinderen elkaar vaak. (pesten)
A
pesden
B
pesten
C
pestten
D
persten

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Het is niet verstandig dat hij zijn dochter zo ... (verwennen)
A
verwend
B
verwent
C
verwendt
D
verwond

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Helaas ... het huis en de schuur gisteren tot de grond toe af. (afbranden)
A
branden
B
brande
C
brandde
D
brandden

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De man werd overvallen en .... (beroven)
A
beroofd
B
berooft
C
beroofdt
D
berovend

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn broer
heeft
een auto
gekocht.

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Mijn moeder
heeft
mijn brood
gesmeerd

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Die chick
wil
een relatie.

Slide 24 - Drag question

3 minuten
Wat is het onderwerp?

Marina legt het onderwerp uit.
A
Marina
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?

Ik kan nu het onderwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het onderwerp
D
een zin

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Helaas kon Roos niet leren voor de moeilijke toets.

Wat voor woordsoort is moeilijke?
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb jou al vaak om hulp gevraagd.

Wat voor woordsoort is gevraagd?
A
zelfstandig nw
B
werkwoord
C
bijvoeglijk nw
D
lidwoord

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Toetsen zijn soms lastig.

Wat voor woordsoort is toetsen?
A
zelfstandig nw
B
voorzetsel
C
bijvoeglijk nw
D
lidwoord

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

In welke zin is de inversie goed?
In welke zin zit inversie?
A
Ik ga naar de dokter.
B
Ik moest gisteren naar de dokter.
C
Gisteren moest ik naar de dokter.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin bevat inversie?
A
Onze moeder van 64 is gisteren gevallen.
B
Mijn huiswerk heeft de docent gecontroleerd.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

John zingt stukken beter....ik.
A
als
B
dan

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

De vrouwen presteren over het algemeen beter.....de mannen.
A
als
B
dan

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een dubbelop (pleonasme)?
A
Natte regen
B
Gezellige mensen
C
Lekke bal
D
grote man

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is hier dubbelop (pleonasme)?
A
gele kanariepiet
B
mooi boek
C
houten boomstam
D
prima start

Slide 38 - Quiz

Jullie
Zet de leestekens bij de juiste zinnen.
Waarom doe jij zo onaardig
Hé, dat is mijn fiets
Spruitjes vind ik normaal niet zo lekker, maar vandaag waren ze wel oké
!
.
?

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Ik irriteer me aan zoveel huiswerk.
Wat is de stijlfout?
A
Dubbelop (pleonasme)
B
Verkeerd gecombineerd (contaminatie)
C
Onjuiste herhaling (zelfde woord)

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb nooit geen sigaret gerookt.
Wat is de stijlfout?
A
Dubbelop (pleonasme)
B
Onjuiste herhaling (zelfde woord)
C
Dubbele ontkenning

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Hun hebben dat gedaan.
Ik heb nooit geen zin in school.
De groep jongens maakten veel geluid.
Ben je chagrijnig of je hebt honger?
verkeerde volgorde
dubbele ontkenning
onderwerp en pv verschillen in getal
fout gebruik van hun

Slide 42 - Drag question

This item has no instructions

De tandarts is vandaag afwezig,  want                 is ziek.                 
Nina vindt John leuk. Ze is verliefd op 
Wanneer gaan                     verhuizen?
Hoeveel boterhammen eet                   per dag? 
hij
je
ik
hem
zij

Slide 43 - Drag question

This item has no instructions

Zoek een foto van een advertentie met inversie.

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Buiten ligt er witte sneeuw.
Wat is de stijlfout?
A
Dubbelop (pleonasme)
B
Verkeerd gecombineerd (contaminatie)
C
Onjuiste herhaling (zelfde woord)

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor stijlfout zit er in de volgende zin:
Dat heb ik nagecheckt.
A
herhaling
B
dubbelop
C
geen
D
verkeerde combinatie

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

'Ik ontken dat is dat niet gedaan heb!'
Welke stijlfout is dit?
A
Verhaspeling
B
Dubbele ontkenning

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

En de winnaar is...

Slide 48 - Slide

This item has no instructions