Spijsverteringsstelsel

Het
Spijsverteringsstelsel
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het
Spijsverteringsstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
- AWR
- Leerdoelen
- Theorie
- Opdrachten
- Evaluatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Je kunt de belangrijkste onderdelen van het spijsverteringsstelsel benoemen en hun functies uitleggen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesprogramma
  • AWR
  • Leerdoelen bespreken
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Evaluatie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen van het spijsverteringsstelsel

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doel spijsverteringsstelsel
Het spijsverteringsstelsel verteert voeding. De voedingsstoffen worden in het bloed opgenomen en naar alle delen van het lichaam vervoerd. De afvalstoffen die het lichaam niet nodig heeft worden via de darmen uitgescheiden.

Slide 6 - Slide

Het spijsverteringsstelsel breekt voedsel af, zodat het lichaam de belangrijke voedingsstoffen kan opnemen. Dit zijn:

Koolhydraten → energiebron voor het lichaam
Eiwitten → bouwstoffen voor spieren en cellen
Vetten → energie en bescherming van organen
Vitaminen en mineralen → zorgen voor een goede gezondheid
Water → helpt bij het vervoeren van voedingsstoffen en afvalstoffen
De nuttige stoffen gaan via het bloed naar de rest van het lichaam. De afvalstoffen die niet gebruikt worden, verlaat het lichaam via de ontlasting.
Kauwen en speeksel: de eerste stap van de spijsvertering
  1. Tanden en kiezen malen het voedsel fijn.
  2. Speeksel maakt het eten zacht en makkelijk om door te slikken.
  3. In speeksel zit amylase, een stofje dat helpt om koolhydraten af te breken.
💡 Belangrijk: Amylase begint met het verteren van koolhydraten, maar de rest gebeurt verder in de maag en darmen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De rol van de tong bij het verteringsproces
Kauwen: Verplaatst voedsel en mengt het met speeksel.
Slikken: Duwt voedsel naar de keelholte, waarna het slikreflex begint.
Proeven: Smaakpapillen herkennen smaken en stimuleren speekselproductie.
Reinigen: Helpt voedselresten verwijderen uit de mond

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De functie van de slokdarm
  • Functie: Brengt voedsel van de mond naar de maag (voedseltransport)
  • Proces: Peristaltische bewegingen (knijpende spierbewegingen) duwen het voedsel naar beneden.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vertering in de maag
✔️ Voedsel kneden en mengen – De maag kneedt het voedsel en mengt het met maagsap tot een voedselbrij.
✔️ Afbreken van voedingsstoffen – Maagsappen bevatten enzymen zoals lipase (breekt vetten af) en pepsine (breekt eiwitten af).
✔️ Doden van bacteriën – Maagzuur doodt schadelijke bacteriën uit het voedsel.
✔️ Tijdelijke opslag – Voedsel blijft gemiddeld twee uur in de maag voordat het wordt doorgestuurd naar de dunne darm.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De dunne darm en de vertering
✔️ De dunne darm heeft 3 delen.
✔️ Het eerste deel heet de twaalfvingerige darm (ongeveer 25 cm lang).
✔️ Hier vindt de belangrijkste vertering plaats.
✔️ Gal en alvleeskliersap helpen bij het afbreken van voedsel.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Dunne darm
+- 5 meter lang

De binnenwand bestaat uit een slijmvlieslaag.
Hier vindt de resorptie plaats (opnemen van de
 verteerde eiwitten en koolhydraten in het bloed 
en opnemen van vetten in de lymfevaten). ​


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm
Dikke darm heeft plooien.
Peristaltiek ​




Functie: De dikke darm stuwt onverteerde resten voort en dikt de voedselbrij in. Uitscheiding via endeldarm​ ->opening kringspier -> anus

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lever
Krijgt bloed van de aorta en poortader​
Functies:
  • Zorgt ervoor dat glucose in het bloed kan worden opgenomen.
  • Maakt eiwitten die nodig zijn voor opbouw en herstel van het lichaam.​
  • Maakt gal. Dit is nodig om vet te verdelen in kleine bolletjes. De gal wordt afgevoerd via de galblaas (opslag) naar de twaalfvingerige darm.​
  • Een ontgiftende werking.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier
​De alvleesklier maakt alvleeskliersap met enzymen voor de vertering van vetten, koolhydraten en eiwitten.

Deze worden aan de twaalfvingerige darm afgegeven.

Bovendien worden er in de eilandjes van Langerhans de hormonen insuline en glucagon gemaakt (regulatie bloedsuikerspiegel) 

Slide 17 - Slide

Hier is een samenvatting van alle onderdelen van het spijsverteringsstelsel:
1. Mond – Hier begint de spijsvertering. Tanden en kiezen malen het voedsel fijn en speeksel met enzymen (amylase) begint de vertering van koolhydraten.
2. Tong – Helpt bij het kauwen, slikken en proeven van voedsel.
3. Keelholte en slokdarm- Voedsel wordt doorgeslikt en door **peristaltiek** (knijpende bewegingen) naar de maag getransporteerd.
4. Maag – Mengt voedsel met maagsappen, begint de afbraak van eiwitten en doodt bacteriën.
5. Twaalfvingerige darm – Eerste deel van de dunne darm, hier komen gal (van de lever) en alvleeskliersap (van de alvleesklier) bij het voedsel voor verdere vertering.
6. Dunne darm – Ongeveer **5 meter lang**, hier vindt de opname (resorptie) van voedingsstoffen plaats in het bloed en de lymfe.
7. Dikke darm – Neemt water en zouten op uit de onverteerbare resten en maakt ontlasting dikker.
8. Endeldarm en anus – Hier wordt ontlasting opgeslagen en via de anus uitgescheiden.
 Hulporganen:
✔️ Lever – Produceert **gal** om vetten te verteren en verwerkt voedingsstoffen.
✔️ Galblaas – Slaat gal op en geeft het af aan de twaalfvingerige darm wanneer nodig.
✔️ Alvleesklier – Produceert verteringssappen en regelt de bloedsuikerspiegel (insuline).
Dit overzicht geeft een **duidelijk en compleet beeld** van het spijsverteringsstelsel! ✅
 Samenvatting
Voedsel opnemen → eten via de mond
Voedsel fijnmaken → kauwen en mengen met speeksel
Voedsel vervoeren → slikken en via de slokdarm naar de maag
Voedsel verteren → in de maag en darmen breken verteringssappen het voedsel af
Voedingsstoffen opnemen → de dunne darm haalt de bruikbare voedingsstoffen uit het eten en geeft ze aan het bloed
Afvalstoffen afvoeren → onverteerbare resten gaan via de dikke darm en worden als ontlasting uitgescheiden.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Waar begint de spijsvertering?
A
In de maag
B
In de mond
C
In de dunne darm
D
In de dikke darm

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet de maag met het voedsel?
A
Het kauwt het voedsel
B
Het verteert en mengt het voedsel
C
Het neemt water op
D
Het absorbeert voedingsstoffen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang is de dunne darm ongeveer?
A
1 meter
B
3 meter
C
6 meter
D
10 meter

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt de meeste voeding opgenomen in het lichaam?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waar gaat het voedsel naartoe na de slokdarm?
A
Dunne darm
B
Maag
C
Lever
D
Dikke darm

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaan maakt gal aan?
A
Lever
B
Dikke darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Evaluatie van de les

Slide 25 - Open question

This item has no instructions