Spijsverteringsstelsel

Het
Spijsverteringsstelsel
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Het
Spijsverteringsstelsel

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je kunt de belangrijkste onderdelen van het spijsverteringsstelsel benoemen en hun functies uitleggen.

Slide 2 - Slide

Twaalfvingerige darm

Slide 3 - Slide

Doel spijsvertering
Voeding wordt in het spijsverteringsstelsel verteerd --> voeding wordt opgenomen in het bloed --> het bloed vervoert de voedingsstoffen naar alle delen van het lichaam.

Slide 4 - Slide

Functie:
  • Opnemen van voedsel (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het     bloed (via de dunne darmwand)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (via de anus)

Slide 5 - Slide

Mond
  • Tanden en kiezen vermalen het voedsel
  • Goed kauwen = speeksel toevoegen
    in speeksel zit amylase
  • amylase splits koolhydraten

Slide 6 - Slide

De tong
Functies van de tong:
  • Kauwen
  • Slikken

Achterin de mondholte begint de keelholte. 
Aan de achterkant van de tong ligt het strottenklepje dat bij het slikken naar beneden wordt geduwd zodat de luchtweg is afgesloten voor voedsel. ​
De neusholte wordt afgesloten door de huig.​

Slide 7 - Slide

Slokdarm
Functie slokdarm: voedsel naar de maag brengen. 

Peristaltiek zorgt voor het voedseltransport. 


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De maag
In de maag wordt het voedsel gemengd met maagsap en gekneed tot een voedselbrij.

De maag is een gespierde, elastische zak. De vorm kan van grootte veranderen.

Voedsel blijft ruim twee uur in de maag. 

Slide 10 - Slide

Functie van de maag
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt;
  • Afbreken van vetten en eiwitten (lipase en pepsine);
  • Doden van bacteriën.
  • Uit de maagwand komen sappen vrij, zij breken het voedsel verder af.

Slide 11 - Slide

Twaalfvingerige darm
De dunne darm bestaat uit drie delen​
Het eerste deel van de dunne darm heet
twaalfvingerige darm 
= ca 25 cm
In de twaalfvingerige darm vindt 
het grootste deel van de vertering 
plaats, omdat hier de gal en het 
alvleeskliersap bij het voedsel komen.


Slide 12 - Slide

Dunne darm
+- 5 meter lang

De binnenwand bestaat uit een slijmvlieslaag.
Hier vindt de resorptie plaats (opnemen van de
 verteerde eiwitten en koolhydraten in het bloed 
en opnemen van vetten in de lymfevaten). ​


Slide 13 - Slide

Dikke darm
Dikke darm heeft plooien.
Peristaltiek ​




Functie: De dikke darm stuwt onverteerde resten voort en dikt de voedselbrij in. Uitscheiding via endeldarm​ ->opening kringspier -> anus

Slide 14 - Slide

Lever
Krijgt bloed van de aorta en poortader​
Functies:
  • Zorgt ervoor dat glucose in het bloed kan worden opgenomen.
  • Maakt eiwitten die nodig zijn voor opbouw en herstel van het lichaam.​
  • Maakt gal. Dit is nodig om vet te verdelen in kleine bolletjes. De gal wordt afgevoerd via de galblaas (opslag) naar de twaalfvingerige darm.​
  • Een ontgiftende werking.

Slide 15 - Slide

Alvleesklier
​De alvleesklier maakt alvleeskliersap met enzymen voor de vertering van vetten, koolhydraten en eiwitten.

Deze worden aan de twaalfvingerige darm afgegeven.

Bovendien worden er in de eilandjes van Langerhans de hormonen insuline en glucagon gemaakt (regulatie bloedsuikerspiegel) 

Slide 16 - Slide

Waar begint de spijsvertering?
A
In de maag
B
In de mond
C
In de dunne darm
D
In de dikke darm

Slide 17 - Quiz

Wat doet de maag met het voedsel?
A
Het kauwt het voedsel
B
Het verteert en mengt het voedsel
C
Het neemt water op
D
Het absorbeert voedingsstoffen

Slide 18 - Quiz

Hoe lang is de dunne darm ongeveer?
A
1 meter
B
3 meter
C
6 meter
D
10 meter

Slide 19 - Quiz

Waar wordt de meeste voeding opgenomen in het lichaam?
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 20 - Quiz

Waar gaat het voedsel naartoe na de slokdarm?
A
Dunne darm
B
Maag
C
Lever
D
Dikke darm

Slide 21 - Quiz

Welk orgaan maakt gal aan?
A
Lever
B
Dikke darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 22 - Quiz

Evaluatie van de les

Slide 23 - Open question