GGZ blok 2 (mint) week 1

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 18
next
Slide 1: Mind map
verpleegkunde ghzMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Mind map

This item has no instructions

Niet alle gedrag dat afwijkt, is een symptoom van een psychiatrische stoornis...
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke criteria voor het vaststellen van gestoord gedrag ken je? (meerdere antwoorden mogelijk..)
A
Gedrag wijkt af van de sociale norm
B
De persoon kan zich niet anders gedragen dan hij doet.
C
Gedrag heeft ongemak, lijden of bezorgdheid tot gevolg bij de persoon zelf en/of bij de omgeving
D
Gedragskenmerken zijn te herkennen en te ordenen binnen DSM-5

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Vanuit welke invalshoek?..
'Gedrag is het eindproduct van de hersenen'...


A
Psychologisch
B
Biologisch
C
Magisch/ Religieus
D
Sociologisch

Slide 4 - Quiz

De biologische benadering is de klassieke medische invalshoek. De behandelaar gaat ervan uit dat gedrag het eindproduct is van de hersenen. Dit betekent dat afwijkend gedrag het resultaat kan zijn van niet goed functionerende hersenen en dat dit mogelijk het gevolg is van erfelijke factoren, afwijkingen in de hersenen, niet goed functioneren van de neurotransmitters of problemen met de hormoonproducerende cellen in de hersenen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Psychische Functies
Welke psychische functies kennen we ?
....en hoe zien die eruit als ze disfunctioneren?

Een psychiater kan er veel uit opmaken, omdat hij onderzoek doet naar Psychische functies..
Veelal door observaties, maar door bijvoorbeeld testen af te nemen..
 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

Stupor is een geestelijke hersentoestand waarbij sprake is van een sterke vermindering of totale opheffing van het bewustzijn en de cognitieve functies. Dit gaat gepaard met onbeweeglijkheid van het lichaam. Meestal is de persoon volledig bewegingsloos en reageert niet meer op de buitenwereld.

Persevereren houdt in dat je niet meer kan stoppen met een bepaalde handeling of dat je continu hetzelfde woord of opmerking blijft herhalen en/of dat je in een gesprek blijft hangen of zelfs in een bepaald gevoel

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

Depersonalisatie kan omschreven worden als het gevoel 'los' te staan van de omgeving, in een droom te leven, achter glas te staan of het eigen lichaam als vreemd te ervaren. De patiënt houdt wel contact met de werkelijkheid, maar kan door het gevoel van vervreemding, erg onrustig of gespannen worden

Slide 11 - Slide

Een illusie is een schijnbare werkelijkheid of een onjuist idee van de werkelijkheid.

Bij een hallucinatie hoort, proeft, ziet, voelt of ruikt men zaken die niet in de buitenwereld voorkomen

Slide 12 - Slide

Waan= waarvan de patiënt niet af te brengen is met logisch redeneren (bijv. achtervolgingswaan..)

 Confabulatie (of confabuleren) is een stoornis in het geheugen, waarbij iemand overdreven, gefantaseerde of onware verhalen vertelt. De gedragingen lijken op pseudologia phantastica of pathologisch liegen, maar er is geen sprake van opzettelijk liegen

Slide 13 - Slide

Affectlabiliteit is een sterke schommeling in de uiting van gevoelens. Affect betekent: het gedrag waarmee mensen laten zien hoe ze zich voelen. Iemand met affectlabiliteit zal emoties als verdriet of vreugde sneller en nadrukkelijker uiten door te huilen of te lachen. De tranen – of lachspieren – zitten los, zou je kunnen zeggen. Voor affectlabiliteit zijn nog allerlei andere namen in omloop: emotionele ontremming, emotionele incontinentie, emotionalisme, dwanglachen en dwanghuilen.
"Jantje lacht, Jantje huilt'.... In extreme vorm

Slide 14 - Slide

Kleptomanie is ingedeeld bij de stoornissen in de impulsbeheersing. Wie aan kleptomanie lijdt, kan geen weerstand bieden aan de drang om dingen te stelen
Opdracht
Je maakt een video  over het doel van deze functie en wat er kan gebeuren als
hier iets mis mee is.
Je zoekt dus voorbeelden die deze functie verbeelden. Bijvoorbeeld: denken, je beeld iemand uit die aan het denken is of een situatie. En je laat ook een situatie zien waarin het denken is verstoord zoals het hebben van een hallucinatie. Deze laat je aan de klas zien.
Video uploaden in teams voor volgende week dinsdag.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

DSM 5
Classificeren
Diagnostiek
Dezelfde taal
Snel overzicht
Plaatsen van gedrag

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk...in leerteams
- In je LWP zoek je de casus "In Psychische Nood.." 
Zie week 1 blok 2 (mint)
- Maken de vragen die daarbij horen (5 t/m 8)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions