herhaling werkwoordspelling

Nederlands
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling
Je hebt de afgelopen weken heel veel geoefend met de werkwoordspelling.

In deze les nog een keer de regels en een laatste oefening.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Even oefenen

Slide 4 - Slide

Werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 5 - Quiz

Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 6 - Quiz

Werkwoordspelling
A
Hij heeft de boel belazerd.
B
Hij heeft de boel belazert.

Slide 7 - Quiz

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 8 - Quiz

werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren.
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 9 - Quiz

werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Slide 10 - Quiz

werkwoordspelling
A
De oude man bestuurt de auto
B
De oude man bestuurd de auto

Slide 11 - Quiz

De laatste letter van de stam zit wel in 't kofschip-x, dus +te(n)
De laatste letter van de stam zit niet in 't kofschip-x, dus +de(n)
werken 
vergissen
verbazen 
knippen
branden 
beloven

Slide 12 - Drag question

werkwoordspelling
A
George en Bas brandde het hele pand af.
B
George en Bas brandden het hele pand af.

Slide 13 - Quiz

Doelen deze les
Snap je alle regels? Is het weer duidelijk?

Uitleg duidelijk? Wat kan ik beter doen om jullie te helpen?
Volgende les

Verder met de methode

Afsluiting

Zijn er nog vragen?



Slide 14 - Slide