1MHV Bezittelijk vnw (enk + mv)

Bezittelijk Voornaamwoord
mijn, jouw, zijn, haar
ons/onze, jullie, hun

Van wie is die hond? Dat is mijn hond!

1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Bezittelijk Voornaamwoord
mijn, jouw, zijn, haar
ons/onze, jullie, hun

Van wie is die hond? Dat is mijn hond!

Slide 1 - Slide

Verandert in het NL het bezittelijk vnw als het bezit (het woord erachter) mannelijk/vrouwelijk/meervoud is?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

nee dus, kijk maar:
het is:  mijn vader
en ook:   mijn moeder
en ook:    mijn ouders

Slide 3 - Slide

In het Frans werkt dat ook zo:
mijn = mon
mon père, mon mère, mon parents.
klopt dat?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Geef nog een
ander voorbeeld
van een Frans
bez vnw

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) amies
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 8 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) amie
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 9 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(zijn) valise
A
son
B
sa
C
ses

Slide 10 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) petit frère
A
son
B
sa
C
ses

Slide 11 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) bottes
A
son
B
sa
C
ses

Slide 12 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) langue
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 13 - Quiz

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) blouson
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 14 - Quiz

2. onze, ons, jullie, uw, hun
onze/ons             notre (ev), nos (mv)
jullie/uw              votre (ev), vos (mv)
hun                        leur (ev), leurs (mv)
De vertalingen zijn dus afhankelijk van enkelvoud (ev) en meervoud (mv)

Slide 15 - Slide

Hoe vertaal je het bzv?
(hun) prof
A
leur
B
leurs
C
votre
D
vos

Slide 16 - Quiz

Hoe vertaal je het bzv?
(jullie) profs
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 17 - Quiz

Hoe vertaal je het bzv?
(ons) devoirs
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 18 - Quiz

Hoe vertaal je het bzv?
(onze) école
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 19 - Quiz

Hoe vertaal je het bzv?
(jullie) école
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 20 - Quiz

Nu alles door elkaar...

Slide 21 - Slide

Vul het juiste bzv in:
(mijn) classe

Slide 22 - Open question

Vul het juiste bzv in:
(mijn) élèves

Slide 23 - Open question

Vul het juiste bzv in:
(jouw) élève

Slide 24 - Open question

Vul het juiste bzv in:
(uw) élève

Slide 25 - Open question

Vul het juiste bzv in:
(haar) matière préférée

Slide 26 - Open question

Vul het juiste bzv in:
(zijn) prof de français

Slide 27 - Open question

Vul het juiste bzv in:
(hun) prof de français

Slide 28 - Open question