Het bestuur bestond uit de senaat en twee consuls.De senaat: 300 mannen uit belangrijke families. De senaat benoemd de consuls aan en mogen stemmen over wetsvoorstellen (net als de Eerste Kamer).
Consuls: twee mannen werden elk jaar aangesteld. De consuls zijn:
- Voorzitters van de vergaderingen,
- Mochten wetsvoorstellen doen,
- Opperbevelhebber van het leger.
Het bestuur lag hierdoor niet meer in handen van 1 persoon