Leesvaardigheid blok 3

Leesvaardigheid blok 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid blok 3

Slide 1 - Slide

Leerdoelen blok 3
  • Aan het einde van deze les ken je een aantal functies van tekstgedeelten en kun je deze benoemen
  • Ken je nieuwe tekststructuren en kun je deze benoemen: probleemoplossing en argumentatiestructuur
  • Je kunt meningen en argumenten herkennen en aanwijzen

Slide 2 - Slide

Functie van tekstgedeelten
Een tekstgedeelte (een alinea of een groep samenhangende alinea’s) staat niet ‘zomaar’ in de tekst. De schrijver heeft er een bedoeling mee gehad. Hij gaf dat tekstgedeelte een bepaalde functie binnen die hele tekst. Hij vond misschien dat er een voorbeeld nodig was. Hij beschreef dus, in een of meer alinea’s, een voorbeeld. We zeggen dan dat dat tekstgedeelte de functie van voorbeeld had. Zo kan de schrijver ook een gedeelte de functie van toelichting of van uitwerking geven enzovoort.
Het is niet altijd gemakkelijk de functie van een tekstgedeelte nauwkeurig te
onderscheiden. Bovendien kan een tekstgedeelte soms meer dan één functie vervullen. In 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is een mening?
A
Een standpunt
B
Iets wat je vindt
C
Een stelling

Slide 6 - Quiz

Leg in maximaal 10 woorden wat een argument is

Slide 7 - Open question

ik vind dat roken duurder moet worden.
A
mening
B
argument

Slide 8 - Quiz

Het is logisch dat iedereen gevaccineerd moet worden.
A
mening
B
argument

Slide 9 - Quiz

Want we hebben genoeg thuisgezeten.
A
mening
B
argument

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van de volgende zin: Daarom is het verstandig om 1,5 m afstand te houden.

Slide 11 - Open question

Een stelling die de schrijver moet onderbouwen. Welke functie wordt hier omschreven?
A
oplossing
B
argumentatie
C
bewering
D
afweging

Slide 12 - Quiz

De schrijver maakt bezwaar of heeft bedenkingen tegen een eerdere bewering of argumentatie. Welke functie wordt hier omschreven?
A
afweging
B
bewering
C
tegenwerping
D
weerlegging

Slide 13 - Quiz

Welke twee nieuwe tekststructuren heb je geleerd?

Slide 14 - Open question

Lees tekst 5
Welke structuur?
A
probleem- en oplossing
B
bewering en argumentatie

Slide 15 - Quiz

Lees tekst 6
Welke structuur?
A
probleem- en oplossing
B
bewering en argumentatie

Slide 16 - Quiz