De grote Grammaticaquiz le 11 octobre

De grote grammaticaquiz
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De grote grammaticaquiz

Slide 1 - Slide

De spelregels
5 min om het grammatica hoofdstuk te leren.
boeken IN de tas!
Spiekers krijgen meneer Hurkmans als babysitter!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Het aanwijzend voornaamwoord 
voor het zelfstandig naamwoord
Vorm
zelfstandig naamwoord 
voorbeeld
 Ce
Mannelijk enkelvoud
ce monsieur
cet
mannelijk enkelvoud dat begint met stomme h of klinker
cet hôtel
cet élève
cette
vrouwelijk enkelvoud
cette femme
ces
meervoud (mannelijk en vrouwelijk)
ces messieurs
ces femmes

Slide 4 - Slide

Het aanwijzend voornaamwoord zonder zelfstandig naamwoord:


Je hebt ook aanwijzende voornaamwoorden die NIET voor een zelfstandig naamwoord staan, maar die zelfstandig gebruikt worden. 

Slide 5 - Slide

Dit werkt hetzelfde!
Je kijkt naar het zelfstandig naamwoord waar het naar verwijst:

Slide 6 - Slide

Mijn fiets en die van mijn zus.
Die verwijst naar:
A
Mijn fiets
B
mijn zus
C
en
D
van mijn zus

Slide 7 - Quiz

aanw. voorn.woord
zonder zelfstandig naamwoord
Vorm
zelfst. nw. waar naar verwezen wordt
voorbeeld
celui
mannelijk enkelvoud
mon vélo et celui de mon frère
ceux
mannelijk meervoud
mes vélos et ceux de mon frère
celle
vrouwelijk enkelvoud
ma fleur et celle de ma soeur
celles
vrouwelijk meervoud
mes fleur et celles de ma soeur

Slide 8 - Slide

Samenvatting
Kijk naar het zelfstandig naamwoord waarnaar het aanwijzend voornaamwoord verwijst:

Is het zelfstandig naamwoord:
Mannelijk enkelvoud --> celui
Mannelijk meervoud --> ceux
Vrouwelijk enkelvoud --> celle
Vrouwelijk meervoud --> celles

Slide 9 - Slide

Mon vélo et ... de ma soeur.
A
celui
B
ceux
C
celle
D
celles

Slide 10 - Quiz

Ma chemise et ... de ma soeur
A
celui
B
ceux
C
celle
D
celles

Slide 11 - Quiz

Mes chiens et ... de mes voisins
A
celui
B
ceux
C
celle
D
celles

Slide 12 - Quiz

Voor nu:
Hoofdstuk 8:
Pagina 6
5 min; Courage!

Slide 13 - Slide

Vraag 1
Elle a travaillé le mieux! Elle est une meilleure étudiante que ... -là!
Let op! Meerdere antwoorden mogelijk
A
celui
B
celle
C
ceux
D
celles

Slide 14 - Quiz

Vraag 2
La semaine derniere ... élève a très vien répondu la dernière question !

Slide 15 - Open question

Vraag 3
Haitam voudrait avoir une meilleure réputation que ... de Rayan

Slide 16 - Open question

Vraag 4
On verra combien de temps ... réputation va durer

Slide 17 - Open question

Vraag 5
Die boeken moeten in de tas!
... livres doivent être dans le sac à dos!
A
Ce
B
Cet
C
Cette
D
Ces

Slide 18 - Quiz

Vraag 6
Oui, ... de Rico aussi!
A
celui
B
celle
C
ceux
D
celles

Slide 19 - Quiz

vraag 7
Mr Hurkmans a dit "Donnez-moi ... portable !"
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces

Slide 20 - Quiz

Vraag 8
Mr Hurkmans! ... portable n'est pas à vous!
A
ce
B
ces
C
cette
D
cet

Slide 21 - Quiz

Vraag 9
Il veut des chaussures neuves, il ne veut pas porter ... de son frère

Slide 22 - Open question

Vraag 10
Il veut un jeans neuf, il ne veut pas porter ... de son frère

Slide 23 - Open question

Vraag 11
mettez au singulier
ces hôtels

Slide 24 - Open question

Vraag 12
Mettez au pluriel
ce garçon

Slide 25 - Open question

Huiswerk
Leren hoofdstuk: 9
Pagina: 7 & 8
Maken opdrachten: 43 / 44 / 47

Slide 26 - Slide