Paragraaf 3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

Pak je aantekeningenschrift er alvast bij
1 / 34
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3.2 Veranderingen in oude arbeiderswijken

Pak je aantekeningenschrift er alvast bij

Slide 1 - Slide

§1 Arm en rijk binnen steden
Hoofdstuk 3: Arm en rijk in Nederland
§2 Veranderingen in oude arbeiderswijken
§3 Een onzeker bestaan

SLAAN WIJ OVER
§4  Achterstandswijken verbeteren
Deelvraag: Waarom gaat het met sommige wijken beter dan met andere wijken?
§5 Rijke steden, arm platteland

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 3.2
Aan het einde van de les:

  1. Kun je uitleggen waarom de integratie van mensen met een niet-Nederlandse achtergrond in oude arbeiderswijken moeizaam verliep.
  2. Kun je uitleggen wat sociale cohesie en sociale onveiligheid met elkaar te maken hebben.
  3. Kun je uitleggen waarom mensen in achterstandswijken vaak een ongezonde leefstijl hebben.

Tijdens de uitleg:
 maak je aantekeningen

Slide 3 - Slide

Relatie tussen opleidingsniveau en structurele werkloosheid 
  • Mensen met een lage opleiding hebben vaak lage lonen -> Ze doen eenvoudig werk.
  • Door automatisering raken deze  mensen hun baan kwijt waardoor hun soort werk verdwijnt => dit heet structurele werkloosheid

In arbeiderswijk bleven mensen met laag inkomen achter omdat:
  • Mensen met betere opleiding meer loon kregen en verhuisden naar betere
    woonwijken.
Maak aantekeningen!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Wat is integratie?
Integratie en segregratie
Definitie integratie
Mate waarin verschillende groepen mensen actief meedoen aan de samenleving. Deel gaan uitmaken van een groep met een andere identiteit.

Slide 7 - Slide

Integratie

Slide 8 - Slide

Leerdoel 1: Moeizame integratie
Integratie = actief meedoen in de samenleving.

  • Veel gastarbeiders kwamen naar NL om eenvoudig werk te doen. 

  • Zij wonen vaak bij elkaar in oude arbeiderswijken. Ze integreerden niet goed, spraken de Nederlandse taal niet goed genoeg. Ze vinden daardoor moeilijk ander werk.

Maak aantekeningen!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Waarom vindt de overheid het belangrijk dat er buurtfeesten georganiseerd worden?


  • Onveiligheid bestrijden door sociale cohesie te verbeteren. 

Slide 11 - Slide

Leerdoel 2: Slechte leefbaarheid
  • In goedkope huurwoningen: veel werkloosheid --> dus veel armoede --> Hierdoor een slechte leefbaarheid in deze wijken.

Problemen die ontstaan:
  • Sociale cohesie/samenhang is slecht. Er is weinig contact onderling, mensen blijven binnen hun eigen groep.
  • Sociale onveiligheid is hoog: Onderhoud van huizen en straten zijn slecht. Veel hangjongeren, vernielingen -> niemand voelt zich verantwoordelijk.
Maak aantekeningen!

Slide 12 - Slide

Leerdoel 3: Hoe kan een laag inkomen leiden tot welvaartziektes?

Welvaartziekten:
hart- en vaatziekten, suikerziekte, kanker.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Ga naar Cool
ThiemeMeulenhoff Aardrijkskunde
de geo 3 vmbo-kgt
Ga naar H3 Arm en Rijk in Nederland
Voeg de groepscode toe door op het poppetje rechts boven te klikken:
8M6EP4ML
Ga naar: H3§2: Veranderingen in oude arbeiderswijken

Maak de opdrachten:
2b, 3abc, 4ab, 5abe, 6abc

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Ga naar Cool
ThiemeMeulenhoff Aardrijkskunde
de geo 3 vmbo-kgt
Ga naar H3 Arm en Rijk in Nederland
Voeg de groepscode toe door op het poppetje rechts boven te klikken:
8M6EP4ML

Ga naar de EXAMENTRAINING en de ZELFTOETS


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

HERHALING
Paragraaf 3.2
Veranderingen in oude arbeiderswijken

Slide 19 - Slide

Wat is integratie?

Slide 20 - Open question

Leefbaarheid is...
A
geschiktheid van je huis om er goed te leven
B
geschiktheid van een wijk om er goed te leven
C
geschiktheid van de stad om er goed te leven
D
geschiktheid van de regio om er goed te leven

Slide 21 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van sociale onveiligheid?
A
Spullen vernielen
B
Inbraken
C
Afval dumpen in de wijk
D
Hangjongeren

Slide 22 - Quiz

Wat is sociale cohesie?
A
Hoe goed mensen met elkaar verbonden zijn
B
Hoe sociaal mensen zijn naar vreemden
C
Hoe betrokken je bent bij de wijk.
D
Hoe goed je samenwerkt met de gemeente

Slide 23 - Quiz

Waar is sociale cohesie het grootst?
A
In de stad
B
In grotere dorpen
C
Op het platteland
D
Overal in Nederland even hoog.

Slide 24 - Quiz

Hoe ontstaat structurele werkeloosheid in Nederland?
A
Door automatisering
B
Mensen willen bepaald werk niet meer uitvoeren
C
Het verdwijnen van werk naar andere landen
D
Niet iedereen hoeft meer te werken

Slide 25 - Quiz

De verbondenheid die mensen met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en gesprekken noem je...
A
integratie
B
welzijn
C
sociaal-economische status
D
sociale cohesie

Slide 26 - Quiz

Wat zijn welvaartsziekten?

Slide 27 - Mind map

Het opleidingsniveau is een voorbeeld van ...
A
buurtkenmerken
B
bewonerskenmerken

Slide 28 - Quiz

Dit zijn kenmerken van achterstandswijken
A
hoge werkloosheid, veel koopwoningen en drugsoverlast
B
weinig sociale cohesie, veel welvaartsziektes en veel koopwoningen
C
mensen met weinig opleiding, een slechte gezondheid en a-sociaal gedrag
D
hoge autodichtheid, weinig voorzieningen en hoge sociaaleconomische status

Slide 29 - Quiz

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 30 - Quiz

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 31 - Quiz

Wat is het verband tussen opleidingsniveau en structurele werkloosheid

Slide 32 - Open question

Wat is het verband tussen sociale cohesie en achterstandswijken

Slide 33 - Open question

Waarom hebben mensen in achterstandswijk vaak een slechte leefstijl

Slide 34 - Open question