This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom - Bienvenue
pak je boek B - login in lesson-up
Ga zitten volgens deze plattegrond
Stan & Nanette Jesse & Britt Fady & Amelia
Anouk & Kay Julia & Damion Dean & Maaya
Olivia & Julian Floris & Christina Noa & Davy
Damion & Jill Fiene Derek & Jula
Bord
Slide 1 - Slide
mijn ideeën voor jullie:
jullie zijn een gezellige en leuke klas
nu oud genoeg om zelf verantwoordelijkheden te dragen over bepaalde situaties, waaronder hoe de lessen verlopen
zorg voor elkaar: geef ook de ander de mogelijkheid om op te kunnen letten in de les en de uitleg mee te krijgen. Waardoor je zelf dus rustig moet zijn wanneer de docent dit aangeeft
Slide 2 - Slide
voor elke les geldt:
telefoons en smartwatches gelijk bij binnenkomst in de tas
huiswerk moet af zijn - dit wordt gecontroleerd
rustig zijn in de les
concentratie en stilte wanneer ik uitleg geef
hand opsteken voordat je een vraag stelt
Slide 3 - Slide
Nous sommes quel jour aujourd'hui?
Il est quelle heure?
Présente-toi
C'est quand ton anniversaire?
Slide 4 - Slide
Aujourd'hui
leren voor je S.O. vrijdag 7 april
herhaling van H5
verder met Hoofdstuk 5
Slide 5 - Slide
herhaling
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
noteer de eerste 4 maanden van het jaar?
Slide 8 - Mind map
wat weet je over de passé composé?
Slide 9 - Mind map
Hoe vorm je de passé composé met een werkwoord op -er?
A
werkwoord + u
B
werkwoord + ai
C
werkwoord + é
D
werkwoord + i
Slide 10 - Quiz
Wat is de passé composé met: het werkwoord avoir en manger?
A
j'ai mangé
B
tu as mangé
C
nous avons mangé
D
il a mangé
Slide 11 - Quiz
Welk hulpwerkwoord gebruik je voor de passé composé?
A
pouvoir
B
faire
C
être
D
avoir
Slide 12 - Quiz
schrijf het rijtje van het werkwoord avoir: begin met: j'.... tu... etc.
Slide 13 - Mind map
vertaal: de broer
Slide 14 - Open question
vertaal: le grand-père
Slide 15 - Open question
vertaal: wie
Slide 16 - Open question
vertaal: Oui, j'ai regardé un film avec Simon
Slide 17 - Open question
ik zeg 5 getallen boven 70 noteer deze in cijfers
Slide 18 - Mind map
les devoirs
lezen: blz 36 het blauwe blok met de phrases clés. Vertaal deze zinnen zodat je weet wat er staat en hoe je iemand moet omschrijven
Slide 19 - Slide
Spel
ik ga iemand omschrijven in de klas
luister goed wat ik zeg en wat ik aanwijs
wanneer je denkt te weten wie het is -> steek je je vinger op
de persoon die het goed heeft mag op zijn/haar beurt iemand omschrijven