1HV Meervoud van zelfstandige naamwoorden

Welkom! 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom! 

Slide 1 - Slide

Vorige les
Afspraken

wat hebben we gedaan?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vandaag 

Spelling: meervoud zelfstandig naamwoord 3.8
Opdrachten maken 

Slide 4 - Slide

1 laptop per tweetal
Log in bij lessonUp

Slide 5 - Slide

Meervoud zelfstandig naamwoorden

Slide 6 - Slide

Spelling meervoud zelfstandige naamwoorden
Bij de meeste woorden schrijf je en of s achter het enkelvoud
Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen.
Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je ’s.
Als het woord eindigt op ee, schrijf je ën erachter.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Meervoud zelfstandig naamwoord
zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
klemtoon op de laatste lettergreep? -ën 
knie - knieën
melodie - melodieën

klemtoon niet op de laatste lettergreep? ¨n
bacterie - bacteriën
kolonie - koloniën
zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee
-ën
zee - zeeën
idee - ideeën
-IE



-EE

Slide 9 - Slide

Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud eindigt op -ee, maak je het
meervoud met
A
-een
B
-ën
C
-en
D
eën

Slide 10 - Quiz

Wanneer schrijf je het meervoud van een zelfstandig naamwoord met -ieën?
A
als de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt.
B
als de klemtoon wel op de laatste lettergreep valt.
C
als een woord in het enkelvoud op -ee eindigt.
D
door het op te zoeken op google :)

Slide 11 - Quiz

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord : knie
A
Kniën
B
Knies
C
Knieën

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord :
ski
A
Skiën
B
Ski's

Slide 13 - Quiz

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 14 - Quiz

Welk zelfstandig naamwoord heeft geen meervoud?
A
reis
B
meisje
C
rijst
D
les

Slide 15 - Quiz

Als zelfstandige naamwoorden in het meervoud staan, is het lidwoord:....
A
de
B
het
C
een
D
deze

Slide 16 - Quiz

Spelling H3/H4
Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
monnik
A
Monnikken
B
Monniken

Slide 17 - Quiz

Spelling H3/H4
Wat is het meervoud van het zelfstandig naamwoord:
Paragraaf
A
Paragrafen
B
Paragraven

Slide 18 - Quiz

meervoud van zelfstandige naamwoorden: Baby en pasta
A
babys en pastas
B
baby's en pastaas
C
baby's en pasta's
D
babys en pasta's

Slide 19 - Quiz

Er zijn zelfstandige naamwoorden zonder meervoud.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Het meervoud van een zelfstandig naamwoord dat op EAU eindigt krijgt altijd 's.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 21 - Quiz


Meervoud van een zelfstandig naamwoord
Welke is juist?
A
kopie - kopieën
B
kopie - kopiën

Slide 22 - Quiz

Aan de slag! 
Maken: 
3.8 opdracht af
timer
1:00
Klaar? 
Laat je werk aftekenen
Ga op de laptop naar SOM leermiddelen
Maak 'Test jezelf' van 1.8-2.8-3.8

Slide 23 - Slide