Week 6 Onderdeel A: AED/ Epilepsie

Onderdeel B EHBO/ ziekteleer
Lesdoel
De leerling:
- Weet wat een AED is
- Weet wat een hartstilstand is (wat er gebeurt)
- Weet wat de kenmerken van een botbreuk is en hoe te handelen.
- Weet wat epilepsie is
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Onderdeel B EHBO/ ziekteleer
Lesdoel
De leerling:
- Weet wat een AED is
- Weet wat een hartstilstand is (wat er gebeurt)
- Weet wat de kenmerken van een botbreuk is en hoe te handelen.
- Weet wat epilepsie is

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Het werkveld: het sportcentrum
1. Start: aanwezigheid/ omkleden/ Chromebook opstarten
2. Opdracht 5 blok 5 AED/ hartstilstand theorie bespreken en praktijk
3. Theorie epileptische aanval (blok 5)
4. Theorie/ filmpje botbreuken (blok 5)
5. (herhaling praktijk bloedneus, snelverband, drukverband, stabiele zijligging 
6. Tandenpoetsen (gebitsverzorging) voor wie dit nog niet heeft gedaan. (blok 8)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is een AED

Slide 4 - Open question

Een Automatische Externe Defibrillator (AED) is een draagbaar apparaat dat het hartritme weer kan herstellen bij een hartstilstand. Dit gebeurt door het geven van een elektrische schok. 

Slide 5 - Slide

Wat doet een AED?
Bij een hartstilstand staat het hart meestal niet helemaal stil. Dat lijkt alleen zo. De hartkamers worden heel snel en chaotisch geprikkeld, waardoor ze niet meer samentrekken. Dit heet ventrikelfibrilleren. Een AED is dan nodig om het hart te resetten en weer normaal te laten kloppen. Dit resetten noemen we defibrilleren

Slide 6 - Slide

Opdracht 5 Hartstilstand.... AED
Maak opdracht 5.1 t/m 5.4 in de methode

Als iedereen klaar is bespreken we de opdracht.

Slide 7 - Slide

Opdracht 5 Hartstilstand.... AED
Maak opdracht 5.1 t/m 5.4 in de methode

Als iedereen klaar is bespreken we de opdracht.

Slide 8 - Slide

Even testen wat je hebt onthouden!!!!

Slide 9 - Slide

Wat doet een AED?
A
hartslag meten
B
beoordelen of het nodig is een schok te geven
C
schok geven
D
hartslag meten, beoordelen en schok geven

Slide 10 - Quiz

als de AED gehaald is hoeveel borstcompressies geef je het slachtoffer dan nog?
A
30
B
geen
C
2
D
20

Slide 11 - Quiz

Je constateert dat het slachtoffer een hartstilstand heeft.
Wat doe je als eerst?
A
Ademhaling controleren
B
Reanimatie starten
C
112 bellen en AED (laten) halen
D
Stabiele zijligging

Slide 12 - Quiz

je haalt een AED als iemand flauw valt
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wanneer gebruik je een AED?
A
Bewusteloos + geen ademhaling
B
Bewusteloos + ademhaling
C
Grote open botbreuk + bewusteloos
D
Grote bloeding + verstikking

Slide 14 - Quiz

Wat is een AED?
A
Automatische Externe Defecten
B
Automatische Externe Defibrillator
C
Automatische Elektrische Defibrillator
D
Automatische Eclectische Denkkader

Slide 15 - Quiz

Epileptische aanval

Slide 16 - Slide

Epileptische aanval
De meeste aanvallen stoppen vanzelf na een paar seconden of minuten. Eerste hulp is daarom meestal niet nodig. Het is wel belangrijk dat iemand in de buurt is en gevaarlijke situaties voorkomt.

Duurt een aanval langer dan 5 minuten? Dan is 112 bellen noodzakelijk.

Slide 17 - Slide

Epileptische aanval
Na een aanval:
-Zorg dat het slachtoffer rustig kan bijkomen
-Leg een washandje op het voorhoofd
-Leg het slachtoffer in de stabiele zijligging als het na de aanval nog bewusteloos is

Wanneer 112 bellen?
1. Als je niet weet of het slachtoffer vaker epileptische aanvallen heeft.
- De gevolgen van een circulatiestilstand of hersenletsel  lijken soms op een epileptische aanval
2. Als je weet dat het slachtoffer vaker epileptische aanvallen heeft:
- bel 112 als de aanval langer dan 5 minuten duurt
- bel 112 als het slachtoffer meerdere aanvallen na elkaar heeft.

Slide 18 - Slide

Epileptische aanval
Na een aanval:
-Zorg dat het slachtoffer rustig kan bijkomen
-Leg een washandje op het voorhoofd
-Leg het slachtoffer in de stabiele zijligging als het na de aanval nog bewusteloos is

Wanneer 112 bellen?
1. Als je niet weet of het slachtoffer vaker epileptische aanvallen heeft.
- De gevolgen van een circulatiestilstand of hersenletsel  lijken soms op een epileptische aanval
2. Als je weet dat het slachtoffer vaker epileptische aanvallen heeft:
- bel 112 als de aanval langer dan 5 minuten duurt
- bel 112 als het slachtoffer meerdere aanvallen na elkaar heeft.

Slide 19 - Slide

Jouw actie als hulpverlener bij epileptie;
A
Je houdt het slachtoffer stevig vast
B
Je geeft snel suiker water. Dit vermindert de aanval.
C
Bezeren voorkomen, bijhouden hoe lang het duurt

Slide 20 - Quiz

Jouw actie als hulpverlener bij epileptie;
A
Je houdt het slachtoffer stevig vast
B
Je geeft snel suiker water. Dit vermindert de aanval.
C
Bezeren voorkomen, bijhouden hoe lang het duurt

Slide 21 - Quiz

Wat doe je als een aanval langer dan 5 minuten duurt?

Slide 22 - Open question

Botbreuk

Slide 23 - Slide

 Even samengevat vorige les: 
Blessures 
botten en gewrichten
  • Een botbreuk ontstaat vaak na een val.
  • Wanneer de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom schiet heb je een ontwrichting ( bv arm uit de kom)
  • Verstuiking: Wanneer het gewrichtskapsel van te ver uitrekt of in scheurt .

Slide 24 - Slide

                                Botbreuk


scheurtje in het bot of echt doorgebroken
(open of gesloten breuk)
- pijn, zwelling en verkleuring van de huid
- staat in een abnormale stand
- kan niet goed bewogen worden
- kan niet steunen op het lichaamsdeel

Slide 25 - Slide

Hoe noem je deze botbreuk?

Slide 26 - Slide

Opdracht 5 
Wat te doen bij een botbreuk?

Maak opdracht 8.1





Slide 27 - Slide

Behandeling botbreuk

- niet bewegen/ rechtzetten
- open wond > afdekken met een dekverband (steriel) of snelverband
- bel 112 bij open botbreuken of gesloten botbreuken van been, heup en bekken, bij blauwe of zeer bleke ledematen en bij hevige pijn.
- niet  laten eten/drinken (waarom?)
- sieraden verwijderen (waarom?)
-koelen (waarom?)


Slide 28 - Slide

Waardoor kun je een blessure op lopen?
A
Slecht dempende sportschoenen
B
Geen opbouwend hardloopschema
C
oude sportkleding
D
Veel trainen zonder rust

Slide 29 - Quiz

Hoe noem je een blessure aan een gewricht:
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 30 - Quiz

Wat is geen effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën

Slide 31 - Quiz

wat is verzwikt
A
als je arm uit de kom is
B
als je plotseling pijn krijgt
C
als je door je enkel gaat
D
als je hoofdpijn krijgt

Slide 32 - Quiz

Wat zie je bij een botbreuk?
A
De huid is rood of blauw en gezwollen, abnormale stand van het lichaamsdeel
B
Een wond
C
Normale beweging is mogelijk maar het slachtoffer heeft veel pijn
D
Rood, gezwollen en normale stand van het lichaamsdeel

Slide 33 - Quiz

Als iemand een botbreuk heeft, wat mag je dan niet doen?
A
Het gebroken lichaamsdeel rust geven
B
Het gebroken lichaamsdeel steun geven
C
Het gebroken lichaamsdeel recht leggen
D
Het gebroken lichaamsdeel met rust laten

Slide 34 - Quiz

Kneuzing of botbreuk? Je ziet een abnormale stand van het lichaam
A
Botbreuk
B
Kneuzing

Slide 35 - Quiz

Wat is er moeilijk te onderscheiden en waarom?
A
Botbreuk-ontwrichting
B
Ontwrichting-kneuzing
C
Botbreuk-kneuzing
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 36 - Quiz

Welke van de 3 moet je koelen
A
Ontwrichting
B
Kneuzing
C
Botbreuk
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 37 - Quiz

Een ander woord voor ontwrichting is ……….
A
Uit de kom
B
een botbreuk
C
een verstuiking
D
een kneuzing

Slide 38 - Quiz