H3 GL 5I bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats), herh. ww

bienvenue à la classe de français

à la classe de français

1 / 40

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

bienvenue à la classe de français

à la classe de français

Slide 1 - Slide

Tu habites où? (ville ét pays!)
maak een hele zin

Slide 2 - Mind map

Les buts du cours

à la fin du cours:

j'ai fait le test sur www.nubeterfrans.nl
j'ai traduis la 'phrase du cours'
je peux utiliser l'adjectif qualificatif dans une phrase française
je peux conjuguer les verbes donnés au présent, passé composé, imparfait et futur simple

Slide 3 - Slide

Vertaal m.b.v. GL5H (= la phrase du cours):

De muzikant leent zijn viool aan (à) de beginner

Slide 4 - Open question

la phrase du cours:

De muzikant leent

zijn viool aan (à) de beginner

Vertaal de gegeven zin naar het Frans.
Gebruik GL chapitre 5 voor de woordjes
Let op: 1. onderwerp; 2. alle werkwoorden; 3. overige zinsdelen (is anders dan in het NL!)
De werkwoorden kun je als infinitif opzoeken en zelfs de vervoeging kun je opzoeken op het internet. Let op dat je de juiste vervoeging gebruikt!
ik = je; jij = tu; hij/zij/men = il/ elle/ on; wij = nous; jullie/u = vous; zij (meervoud) = ils/ elles

Slide 5 - Slide

Faites le 'dagelijkse test'

Prêt? Rends 'la phrase du cours' d'aujourd'hui à Classroom

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Maak aan-teke-ningen tijdens deze les

timer

1:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

zelfst werken óf levendkwartet

/werkwoordenplacemat (1-2-4)

Groepscompetitie

Slide 36 - Slide

Au travail

fais le 'dagelijkse test'
rends votre 'la phrase du cours'
fais: GL 5I exercices 31, 32, 33
www.verbuga.eu (-er, -ir, -re, être, avoir, aller, faire, pouvoir, vouloir, mettre)
zie Classroom (SO werkwoorden)
controle le 'weektaak' sur SOMtoday

Slide 37 - Slide