Les 3 Heleen

1 / 29
next
Slide 1: Slide
loopbaanbeleidingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

1,2,3,4,5 (concentratie)
Deze opdracht kun je het beste doen in een lege ruimte. Je zegt tegen de kinderen dat ze een bepaalde handeling moeten uitvoeren, als jij het getal 1 noemt.
Bijvoorbeeld: “Als ik 1 zeg, gaan jullie allemaal zitten, 1”. De kinderen gaan nu allemaal zitten. Vervolgens geef je een nieuwe instructie voor het getal 2 en herhaal je het getal 1.
Bijvoorbeeld: “Als ik 2 zeg raak je iets roods aan. 2”. De kinderen raken iets roods aan. “1”. De kinderen gaan allemaal zitten.
Zo verzin je voor elk getal t/m 5 een handeling. Als je elk getal hebt behandeld, roep je alleen nog maar getallen. Maar nu hussel je de getallen door elkaar. Bijvoorbeeld: 5, 3, 4, 3, 1, 2, 1, 5, 5, 2, 3, 2.
Aandachtspunten:
Wissel de getallen af in tempo. Noem het volgende getal soms snel en dan weer langzaam.
Wees creatief in het verzinnen van de handelingen. Je kunt leerlingen laten rennen, springen, rollen en bukken, maar je kunt ze net zo goed een lied laten zingen of laten doen alsof het bloedheet is. Je kunt er ook voor kiezen, de opdrachten te laten aansluiten op de rest van de les. Stel je les gaat over emoties, dan kan een opdracht zijn: barst in janken uit.

Over de streep light

Slide 3 - Slide

verdere kennismaking met luchtige vragen
zie bestandje, uitprinten
Het verborgen woord

Slide 4 - Slide

Uitleg:
Er zitten twee studenten met hun gezicht naar het scherm, de andere studenten draaien zich om en kijken naar de muur. Zij krijgen pen en papier.

De twee studenten bij het scherm beginnen met elkaar een gesprek, zij moeten er voor zorgen dat de woorden die ik op het scherm laat zien, in hun verhaal verwerken. Ze moeten dus improviseren en zich inleven in het gesprek.
De andere studenten mogen ondertussen de woorden opschrijven waarvan zij denken dat deze op het scherm stonden en erin verwerkt moesten worden. De verborgen woorden dus. Geef aan dat er 3 verborgen woorden inzitten, maar dat ze er 6 op mogen schrijven, zodat ze iets meer kans hebben. 

Uiteindelijk bespreek je hoe de studenten in het gesprek het hebben ervaren, hen complimenteren etc., en ga je over naar het raden van de woorden.

Vervolgens laat je 2 nieuwe studenten in gesprek gaan en doe je hetzelfde opnieuw. 
Kerstvakantie

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Trouwen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

McDonalds

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het verborgen woord

Slide 8 - Slide

Uitleg:
Er zitten twee studenten met hun gezicht naar het scherm, de andere studenten draaien zich om en kijken naar de muur. Zij krijgen pen en papier.

De twee studenten bij het scherm beginnen met elkaar een gesprek, zij moeten er voor zorgen dat de woorden die ik op het scherm laat zien, in hun verhaal verwerken. Ze moeten dus improviseren en zich inleven in het gesprek.
De andere studenten mogen ondertussen de woorden opschrijven waarvan zij denken dat deze op het scherm stonden en erin verwerkt moesten worden. De verborgen woorden dus. Geef aan dat er 3 verborgen woorden inzitten, maar dat ze er 6 op mogen schrijven, zodat ze iets meer kans hebben. 

Uiteindelijk bespreek je hoe de studenten in het gesprek het hebben ervaren, hen complimenteren etc., en ga je over naar het raden van de woorden.

Vervolgens laat je 2 nieuwe studenten in gesprek gaan en doe je hetzelfde opnieuw. 
Theeglas

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Laptop

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Winkelwagentje

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Het verborgen woord

Slide 12 - Slide

Uitleg:
Er zitten twee studenten met hun gezicht naar het scherm, de andere studenten draaien zich om en kijken naar de muur. Zij krijgen pen en papier.

De twee studenten bij het scherm beginnen met elkaar een gesprek, zij moeten er voor zorgen dat de woorden die ik op het scherm laat zien, in hun verhaal verwerken. Ze moeten dus improviseren en zich inleven in het gesprek.
De andere studenten mogen ondertussen de woorden opschrijven waarvan zij denken dat deze op het scherm stonden en erin verwerkt moesten worden. De verborgen woorden dus. Geef aan dat er 3 verborgen woorden inzitten, maar dat ze er 6 op mogen schrijven, zodat ze iets meer kans hebben. 

Uiteindelijk bespreek je hoe de studenten in het gesprek het hebben ervaren, hen complimenteren etc., en ga je over naar het raden van de woorden.

Vervolgens laat je 2 nieuwe studenten in gesprek gaan en doe je hetzelfde opnieuw. 
Ringvinger

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Koffiebonen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Sinterklaascadeau

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Het verborgen woord

Slide 16 - Slide

Uitleg:
Er zitten twee studenten met hun gezicht naar het scherm, de andere studenten draaien zich om en kijken naar de muur. Zij krijgen pen en papier.

De twee studenten bij het scherm beginnen met elkaar een gesprek, zij moeten er voor zorgen dat de woorden die ik op het scherm laat zien, in hun verhaal verwerken. Ze moeten dus improviseren en zich inleven in het gesprek.
De andere studenten mogen ondertussen de woorden opschrijven waarvan zij denken dat deze op het scherm stonden en erin verwerkt moesten worden. De verborgen woorden dus. Geef aan dat er 3 verborgen woorden inzitten, maar dat ze er 6 op mogen schrijven, zodat ze iets meer kans hebben. 

Uiteindelijk bespreek je hoe de studenten in het gesprek het hebben ervaren, hen complimenteren etc., en ga je over naar het raden van de woorden.

Vervolgens laat je 2 nieuwe studenten in gesprek gaan en doe je hetzelfde opnieuw. 
Kerstman

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Nagelschaartje

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Palmboom

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het verborgen woord

Slide 20 - Slide

Uitleg:
Er zitten twee studenten met hun gezicht naar het scherm, de andere studenten draaien zich om en kijken naar de muur. Zij krijgen pen en papier.

De twee studenten bij het scherm beginnen met elkaar een gesprek, zij moeten er voor zorgen dat de woorden die ik op het scherm laat zien, in hun verhaal verwerken. Ze moeten dus improviseren en zich inleven in het gesprek.
De andere studenten mogen ondertussen de woorden opschrijven waarvan zij denken dat deze op het scherm stonden en erin verwerkt moesten worden. De verborgen woorden dus. Geef aan dat er 3 verborgen woorden inzitten, maar dat ze er 6 op mogen schrijven, zodat ze iets meer kans hebben. 

Uiteindelijk bespreek je hoe de studenten in het gesprek het hebben ervaren, hen complimenteren etc., en ga je over naar het raden van de woorden.

Vervolgens laat je 2 nieuwe studenten in gesprek gaan en doe je hetzelfde opnieuw. 
Airconditioning

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Winterjas

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Balkon

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Ik ga op reis en neem mee...

Slide 25 - Slide

Ik ga op reis en neem mee...
tandenborstel, slippers... etc

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Koningsspel
stoelen verdeeld over lokaal
1 lege stoel

Slide 27 - Slide

stoelen verdeeld over lokaal
1 lege stoel
Billy Billy Bob (bij tijd over)

Slide 28 - Slide

IMPROVISATIEOEFENING; BILLY, BILLY BOB
Doel van de oefening
Plezier vinden in het maken van fouten (faalplezier), waardoor het makkelijker wordt om risico's te nemen bij improviseren en leren.
Spelregels
Alle deelnemers staan in een kring. A staat in het midden. Hij kijkt een deelnemer (B) aan en roept 'Billybillybop'. B moet, voordat A is uitgesproken 'Bop' roepen. Is hij (B) te laat, dan is hij af en wisselt hij met A.
Het doel van A is dus om B een fout te laten maken. Na een aantal rondes waarbij dit gebeurt door het roepen van 'Billybillybop' door A, komen er nieuwe mogelijkheden bij. Het spel wordt daarbij steeds moeilijker en daarmee leuker: er worden namelijk steeds meer fouten gemaakt!
Coach de deelnemers op faalplezier en het nemen van risico's. Eventueel kun je de strategieën die genomen worden om het maken van fouten te vermijden met de groep bespreken.
Naast het roepen van 'Billybillybop' heeft A nog extra mogelijkheden. In plaats van 'Billybillybop kan hij ook:
'Bop' roepen. B moet nu niet reageren. Zegt B per ongeluk toch 'bop', dan is hij af.
'Olifant' roepen. B maakt met zijn twee buren een olifant. B maakt een 'slurf', door met zijn rechterarm zijn neus te pakken en zijn linkerarm erdoorheen te steken. De twee buren van B beelden met hun armen de oren van de olifant uit. Dit (en ook de volgende mogelijkheden) moet binnen drie seconden gelukt zijn, anders is B af. A telt na het roepen van 'olifant' hardop tot drie. B is altijd degene die af is, ook al maken zijn buren de fout.
'Broodrooster' roepen. B springt omhoog als een bijna verbrande boterham en roept 'ping!'. De buren van B strekken hun arm voor en achter de springende boterham, zij beelden de broodrooster uit.
'James Bond' roepen. B is James Bond (met zijn armen over elkaar heen en een 'pistool' langs zijn neus). De buren van B zijn de 'Bondgirls', ze buigen naar James en roepen met hoge stem: 'oooh James'.
Egg Bird Machoman

Slide 29 - Slide

This item has no instructions