05 - Op weg naar rijbewijs B

Op weg naar rijbewijs B - les 5
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Op weg naar rijbewijs B - les 5

Slide 1 - Slide

1. Een kruispunt
Een kruispunt is een plaats waar twee of meer openbare wegen samenkomen. Ook als een pad of aardeweg samenkomt met een verharde weg, spreekt men over een kruispunt. 
Wanneer je een kruispunt nadert, moet je als 
weggebruiker extra voorzichtig zijn.

Slide 2 - Slide

1. Een kruispunt
Nabij kruispunten zijn soms witte pijlen op de rijstroken geschilderd. Zij geven aan in welke rijrichting de voertuigen moeten rijden.

Slide 3 - Slide

1. Een kruispunt
Op de openbare wegen staan vaak verkeersborden. Verkeersborden gelden steeds tot aan het eerstvolgende kruispunt. Eens voorbij het kruispunt gelden ze niet meer. 

Slide 4 - Slide

Wie van de bestuurders moet voorrang verlenen?
A
De auto
B
De fietser

Slide 5 - Quiz

2. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang van/aan rechts 
Op een kruispunt zonder verkeersborden of verkeerslichten geldt de regel: voorrang van rechts. 
De fietser komt van rechts dus hij heeft voorrang. 
De auto moet voorrang verlenen aan de fietser. 




Slide 6 - Slide

2. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang van/aan rechts 
Op een kruispunt zonder verkeersborden of verkeerslichten geldt de regel: voorrang van rechts. 
De fietser komt van rechts dus hij heeft voorrang. 
De auto moet voorrang verlenen aan de fietser. 




Slide 7 - Slide

2. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang van/aan rechts 
Ook dit bord betekent 'Voorrang van/aan rechts'. 
Een bestuurder moet dus voorrang verlenen aan het verkeer dat van rechts komt. 




Slide 8 - Slide

Wie krijgt er voorrang in deze situatie?
A
De auto
B
De bromfietser

Slide 9 - Quiz

Wie moet er in deze situatie voorrang verlenen?
A
De zwarte auto
B
De grijze auto

Slide 10 - Quiz

2. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang op het eerstvolgende kruispunt
Als u op een hoofdweg rijdt moeten bestuurders op de zijwegen voorrang verlenen aan u. 
Het verkeersbord geldt enkel voor het volgende kruispunt.



Slide 11 - Slide

2. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrangsweg
Dit verkeersbord zegt dat je op een 
voorrangsweg rijdt. 
Als je dit ziet, weet je dat je op alle volgende 
kruispunten voorrang zult krijgen, tot je het 
verkeersbord “einde voorrangsweg” ziet staan



Slide 12 - Slide

2. Voorrang verlenen op kruispunten
Stoppen en voorrang verlenen
Een stopbord wil zeggen dat je moet 
stoppen en voorrang moet verlenen 
aan alle bestuurders (bv. auto’s, fietsers) 
op de kruisende weg. Ook als er geen auto 
komt, moet je stoppen


Je hoeft geen voorrang te geven aan voetgangers. Zij zijn geen bestuurders



Slide 13 - Slide

2. Voorrang verlenen op kruispunten
Voorrang verlenen en indien nodig stoppen
Een omgekeerde driehoek wil zeggen dat je op het eerstvolgende kruispunt voorrang moet verlenen aan bestuurders en indien nodig moet stoppen.


Hier komt een bestuurder aan, dus moet je stoppen, 
mocht de fietser er niet zijn, ben je niet verplicht om 
volledig te stoppen. Je stopt aan de haaientanden. 



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Wat betekent dit verkeersbord?

Slide 16 - Open question

Ik rij dit verkeersbord voorbij. Wat is mijn maximale snelheid nu?

Slide 17 - Open question

3. De bebouwde kom
De bebouwde kom is een gebied 
waarvan de invalswegen worden aangegeven 
door een van volgende borden.




Het gele bord met rode rand geeft enkel het administratieve begin 
van een gemeente aan.Het geeft dus NIET het begin van een 
bebouwde kom aan en heeft voor de rest 
geen enkele betekenis.


Slide 18 - Slide

4. Een woonerf
In een woonerf mogen voetgangers de hele breedte van de openbare weg gebruiken. Je mag er alleen parkeren in de aangeduide parkeervlakken. Stilstaan mag overal indien je geen andere weggebruikers hindert.

Het begin van een woonerf wordt aangeduid door dit bord. 

Slide 19 - Slide

Wat is de maximale snelheid in een woonerf?
A
20 km/u
B
30 km/u
C
50 km/u

Slide 20 - Quiz