1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog
1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.4 Europa na de Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 2 - Slide

Wie is dit?

Slide 3 - Open question



Interbellum



  • Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.
  • Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1919-1939)

Slide 4 - Slide

Gevolgen van het verdrag van Versailles 

  • Oprichting Republiek van Weimar (Eerste parlementaire democratie in Duitsland).

  • Door schadevergoeding waren er veel economische problemen in Duitsland. 

  • Duitsland was altijd een keizerrijk geweest en kende geen democratie, daarnaast was dit de regering die de wapenstilstand had getekend...

Slide 5 - Slide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

  • Regering besluit geld bij te drukken: gevolg het wordt nog minder waard. 

  • Verschillende groepen (extreemlinks/extreemrechts) proberen de macht te grijpen (staatsgreep) en er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici).

Slide 6 - Slide

Duitsland 
Keizer vraagt asiel aan in Nederland
Parlement krijgt de hoogste macht,-->ontstaan Republiek van Weimar 

Slide 7 - Slide

Slechte start... 
1. Economisch
Hoge herstelbetalingen + wederopbouw in eigen land = geld bijdrukken           inflatie 

Oplossing = Dawesplan

Slide 8 - Slide

Hyperinflatie Duitsland
1923
  • Om de herstelbetalingen te doen laat de Weimar regering extra geld bijdrukken. 
  • Hierdoor wordt het geld minder waard: hyperinflatie
  • Spaargeld?
  • Niets meer waard
  • Algemeen: onrust.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slechte start... 
2. Politiek
Geen geloof in de regering
Teveel praten, te weinig actie 

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 12 - Slide

Mussolini
aan de macht.

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Italië

  • Hopen op beloning..maar niks
  • Economie puinhoop
  • Behoefte aan sterke leider
  • Benito Mussolini → socialist → nationalist

  • 1922: leider Italiaanse regering
  • 1925: Dictator (alleenheerser).

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Fascisme (ideologie Mussolini)
Kenmerken fascisme:

  • Extreem-nationalistisch
  • Militaristisch
  • Anti-democratisch
  • Eén leiderprincipe
  • Verheerlijking geweld (bv. knokploegen)
  • Totalitair (de regering wil alles bepalen voor iedereen)

Slide 17 - Slide

Kies de kenmerken van het fascisme.
Fascisme
Niet fascistisch
antidemocratisch
communistisch
gewelddadig
Iedereen is gelijk.
nationalistisch
totalitair

Slide 18 - Drag question

Kies de kenmerken van het fascisme
FASCISME
Democratie
Een sterke en machtige leider
Het toepassen van geweld
Gelijkhied
Tevredenheid over het verdrag van Versailles
Censuur
Eerbiediging van de parlementaire rechten

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Video

1922-1943
Mussolini
aan de macht.

Slide 21 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Nederland tijdens WOI
  • Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap = Nederland bleef neutraal tijdens WOI

  • Reden 1: ?
  • Reden 2: ?

Gevolgen:
  1. ?
  2. ?

Slide 24 - Slide

Nederland tijdens WOI
  • Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap = Nederland bleef neutraal tijdens WOI

  • Reden 1: Nederland had een klein leger en was afhankelijk van handel met buurlanden
  • Reden 2: ?

Gevolgen:
  1. ?
  2. ?

Slide 25 - Slide

Nederland tijdens WOI
  • Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap = Nederland bleef neutraal tijdens WOI

  • Reden 1: Nederland had een klein leger en was afhankelijk van handel met buurlanden
  • Reden 2: Nederland was bang anders kolonie Nederlands-Indië te verliezen

Gevolgen:
  1. ?
  2. ?

Slide 26 - Slide

Nederland tijdens WOI
  • Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap = Nederland bleef neutraal tijdens WOI

  • Reden 1: Nederland had een klein leger en was afhankelijk van handel met buurlanden
  • Reden 2: Nederland was bang anders kolonie Nederlands-Indië te verliezen

Gevolgen:
  1. Nederland kon handel blijven drijven; winstgevend in tijden van schaarste!
  2. ?

Slide 27 - Slide

Nederland tijdens WOI
  • Nederland had zich niet aangesloten bij  een bondgenootschap = Nederland bleef neutraal tijdens WOI

  • Reden 1: Nederland had een klein leger en was afhankelijk van handel met buurlanden
  • Reden 2: Nederland was bang anders kolonie Nederlands-Indië te verliezen

Gevolgen:
  1. Nederland kon handel blijven drijven; winstgevend in tijden van schaarste!
  2. Economische schade aan het eind van de oorlog

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Nederland na de Eerste Wereldoorlog
  • Tevredenheid over parlementaire democratie
  • Neutraliteitspolitiek had zichzelf bewezen
  • Afkeer van oorlog en militarisme 
  1. afwijzing Vlootwet
  2. geen investeringen defensie

Slide 30 - Slide

Filmpje
De revolutie van Troelstra

Slide 31 - Slide

Vergissing van Troelstra
November 1918:
Oproep tot socialistische revolutie door leider socialisten, Pieter Jelle Troelstra

De revolutie mislukt...

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Aan het werk
Maak par 4
(opdr 3 t/m 10 + 12)
Bekijk de ontdekkings
plaat


timer
10:00

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Bestaan er nog totalitaire regimes?
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz

Kan je voorbeelden noemen van landen waar er nog steeds sprake is van een totalitair bestuur?

Slide 40 - Mind map

Actualiteit: Italiaanse verkiezingen

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video