H3vastevoorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Gek zijn op...
lezen.
En andere werkwoorden die een vaste combi hebben met een voorzetsel (en eventueel een ZNW en een BNW)
Woordenschat 1-2-3
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gek zijn op...
lezen.
En andere werkwoorden die een vaste combi hebben met een voorzetsel (en eventueel een ZNW en een BNW)
Woordenschat 1-2-3

Slide 1 - Slide

lesdoel:
Doornemen en oefenen:
Pak je schrift en pen erbij.
*woordenschat: vaste voorzetsels, voorzetseluitdrukkingen

*Oefeningen toetsstof H3


Slide 2 - Slide

1. OEFENING WW + VASTE VOORZETSEL (klassikaal):
1: Hij houdt ........................................ jou.
2: Anna twijfelt ........................................ jouw woorden.
3: Ze is gek ........................................ jou.
4: Mehmet verlangt ........................................lekker eten.
5: Nina heeft zin ........................................ het Suikerfeest.
6: Wij wachten ........................................ de bus.
7: Harry is kwaad ........................................ zijn broer.
8. Ik reken ........................................ hem.
9. Lia besteedt al haar zakgeld ................................... make-up.






Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Combinaties met vast voorzetsel
zelfstandig  naamwoord + werkwoord + vast voorzetsel

  • verstand (zn) hebben ................................ van

  • bezwaar (zn) hebben ................................ tegen

  • gebrek (zn) hebben ............................... aan

Slide 5 - Slide

Combinaties met vast voorzetsel
bijvoeglijk naamwoord + werkwoord + vast voorzetsel

  • verslaafd (bn) zijn ....................................... aan
  • bang (bn) zijn ............................................ voor
  • dol (bn) zijn ............................................... op
  • bewust (bn) zijn .................................... van

Slide 6 - Slide

2. voorzetseluitdrukkingen
Een voorzetseluitdrukking is een combinatie van woorden die in een zin de functie hebben van een voorzetsel.

Daardoor kun je een voorzetseluitdrukking meestal ook vervangen door één voorzetsel: 
Door middel van = door 

Slide 7 - Slide

voorbeelden:
Ten behoeve van een goede werksfeer zijn er regels nodig.
Voor een goede werksfeer zijn er regels nodig.

Als gevolg van de harde wind reden de treinen niet.
Door de harde wind reden de treinen niet.

Slide 8 - Slide

Oefening: Vul aan met (twee) vaste voorzetsels: 
1. .......................... behulp ..............................
2............................. middel .............................
3............................ gevolg ..............................
4........................ betrekking ...............................
5......................... verloop ...................................

Slide 9 - Slide

En nu vervangen door één (of twee)woord(en): voorbeeld:
als gevolg van =  door

met het oog op = wegens

aan de hand van............
met betrekking tot......
ten tijde van................
ten behoeve van..........
in tegenstelling tot........
ten bate van........

Slide 10 - Slide

Verder werken aan WS H1-2-3

Slide 11 - Slide